Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. stuiven:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für stuiven (Niederländisch) ins Deutsch

stuiven:

stuiven Verb (stuif, stuift, stoof, stoven, gestoven)

  1. stuiven
    stäuben
    • stäuben Verb (stäube, stäubst, stäubt, stäubte, stäubtet, gestäubt)

Konjugationen für stuiven:

o.t.t.
  1. stuif
  2. stuift
  3. stuift
  4. stuiven
  5. stuiven
  6. stuiven
o.v.t.
  1. stoof
  2. stoof
  3. stoof
  4. stoven
  5. stoven
  6. stoven
v.t.t.
  1. heb gestoven
  2. hebt gestoven
  3. heeft gestoven
  4. hebben gestoven
  5. hebben gestoven
  6. hebben gestoven
v.v.t.
  1. had gestoven
  2. had gestoven
  3. had gestoven
  4. hadden gestoven
  5. hadden gestoven
  6. hadden gestoven
o.t.t.t.
  1. zal stuiven
  2. zult stuiven
  3. zal stuiven
  4. zullen stuiven
  5. zullen stuiven
  6. zullen stuiven
o.v.t.t.
  1. zou stuiven
  2. zou stuiven
  3. zou stuiven
  4. zouden stuiven
  5. zouden stuiven
  6. zouden stuiven
en verder
  1. ben gestoven
  2. bent gestoven
  3. is gestoven
  4. zijn gestoven
  5. zijn gestoven
  6. zijn gestoven
diversen
  1. stuif!
  2. stuift!
  3. gestoven
  4. stuivend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für stuiven:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
stäuben stuiven

Wiktionary Übersetzungen für stuiven:


Cross Translation:
FromToVia
stuiven spritzen jaillirsortir impétueusement, parler surtout de l’eau ou de tout autre fluide.

Verwandte Übersetzungen für stuiven