Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. declareren:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für declareren (Niederländisch) ins Deutsch

declareren:

declareren Verb (declareer, declareert, declareerde, declareerden, gedeclareerd)

  1. declareren (aangeven)
    angeben; deklarieren; anzeigen; melden; anmelden
    • angeben Verb (gebe an, gibst an, gibt an, gab an, gabt an, angegeben)
    • deklarieren Verb (deklariere, deklarierst, deklariert, deklarierte, deklariertet, deklariert)
    • anzeigen Verb (zeige an, zeigst an, zeigt an, zeigte an, zeigtet an, angezeigt)
    • melden Verb (melde, meldst, meldt, meldte, meldtet, gemeldet)
    • anmelden Verb (melde an, meldest an, meldet an, meldete an, meldetet an, angemeldet)

Konjugationen für declareren:

o.t.t.
  1. declareer
  2. declareert
  3. declareert
  4. declareren
  5. declareren
  6. declareren
o.v.t.
  1. declareerde
  2. declareerde
  3. declareerde
  4. declareerden
  5. declareerden
  6. declareerden
v.t.t.
  1. heb gedeclareerd
  2. hebt gedeclareerd
  3. heeft gedeclareerd
  4. hebben gedeclareerd
  5. hebben gedeclareerd
  6. hebben gedeclareerd
v.v.t.
  1. had gedeclareerd
  2. had gedeclareerd
  3. had gedeclareerd
  4. hadden gedeclareerd
  5. hadden gedeclareerd
  6. hadden gedeclareerd
o.t.t.t.
  1. zal declareren
  2. zult declareren
  3. zal declareren
  4. zullen declareren
  5. zullen declareren
  6. zullen declareren
o.v.t.t.
  1. zou declareren
  2. zou declareren
  3. zou declareren
  4. zouden declareren
  5. zouden declareren
  6. zouden declareren
diversen
  1. declareer!
  2. declareert!
  3. gedeclareerd
  4. declarerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für declareren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
angeben aangeven; declareren brallen; grootspreken; klikken; opscheppen; opsnijden; snoeven; verklappen; verklikken; verlinken; verraden
anmelden aangeven; declareren aandienen; aanmelden; inschrijven; intekenen; opgeven; subscriberen; zich aanmelden; zich melden; zich opgeven
anzeigen aangeven; declareren aanbrengen; aandienen; aangeven; adverteren; annonceren; berichten; iets melden; klikken; per advertentie aankondigen; uitbrengen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden; weergeven; wijzen naar
deklarieren aangeven; declareren
melden aangeven; declareren berichten; erbij zeggen; iets aankondigen; iets melden; in aantocht zijn; informeren; meedelen; melden; noemen; rapporteren; verhaal vertellen; verhalen; vermelden; verslag uitbrengen; vertellen; zich aandienen; zich aanmelden; zich melden; zich opgeven; zich voordoen

Wiktionary Übersetzungen für declareren:


Cross Translation:
FromToVia
declareren verkünden; ankündigen; bekanntgeben announce — to give public notice, or first notice of
declareren bekanntmachen; bekanntgeben; verkünden announce — to pronounce; declare by judicial sentence
declareren deklarieren; erklären; melden; anzeigen; verkünden; verzollen; ansagen déclarer — Faire connaître d’une façon manifeste.

Computerübersetzung von Drittern: