Niederländisch

Detailübersetzungen für uitdrijven (Niederländisch) ins Deutsch

uitdrijven:

uitdrijven Verb

  1. uitdrijven
    austreiben
    • austreiben Verb (treibe aus, treibst aus, treibt aus, trieb aus, triebt aus, ausgetrieben)

Übersetzung Matrix für uitdrijven:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
austreiben uitdrijven deponeren; gaan varen; leggen; neerleggen; neerzetten; plaatsen; stationeren; zetten


Computerübersetzung von Drittern: