Niederländisch

Detailübersetzungen für valsheid (Niederländisch) ins Deutsch

valsheid:

valsheid [de ~ (v)] Nomen

  1. de valsheid (onechtheid)
    die Fälschung; die Unnatürlichkeit; die Täuschung; die Tücke; die Schwindelei; die Irreführung; die Verlogenheit; die Schummelei; die Falschheit; die Gaukelei; die Unechtheit; die Lügenhaftigkeit
  2. de valsheid (gemene streek; vuile truc)
    der Trick; der falscher Trick
  3. de valsheid
    die Gemeinheit; die Schurkerei; die Hinterlistigkeit

Übersetzung Matrix für valsheid:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Falschheit onechtheid; valsheid doortraptheid; feil; fout; geniepigheid; gewiekstheid; giftigheid; gladheid; incorrectheid; listigheid; onjuistheid; sluwheid; snoodheid; venijn; venijnigheid; virulentie
Fälschung onechtheid; valsheid bedrog; falsificatie; gezwendel; imitatie; knoeierij; nabootsing; namaak; nep; oplichterij; oplichting; vervalsing; zwendel; zwendelarij
Gaukelei onechtheid; valsheid bedrog; gegoochel; gezwendel; goochelarij; goochelkunst; leugen; onwaarheid; oplichterij; oplichting; toverkunst; zwendel; zwendelarij
Gemeinheit valsheid boevenstreek; gemeenheid; gemene streek; giftigheid; rotstreek; schurkachtigheid; schurkenstreek; slinksheid; venijn; venijnigheid; virulentie
Hinterlistigkeit valsheid boevenstreek; gemeenheid; gemene streek; rotstreek; schurkachtigheid; schurkenstreek; slinksheid
Irreführung onechtheid; valsheid bedrog; fopperij; gezwendel; leugen; misleiding; misleidingen; onwaarheid; oplichterij; oplichting; zwendel; zwendelarij
Lügenhaftigkeit onechtheid; valsheid leugenachtigheid
Schummelei onechtheid; valsheid bedrog; geknoei; gemors; gesjoemel; leugen; onwaarheid
Schurkerei valsheid boevenstreek; gemeenheid; gemene streek; rotstreek; schurkachtigheid; schurkenstreek; slinksheid
Schwindelei onechtheid; valsheid bedrog; gejok; geknoei; gelieg; gemors; gezwendel; knoeierij; leugen; misleiding; nep; onwaarheid; oplichterij; oplichting; verlakkerij; zwendel; zwendelarij
Trick gemene streek; valsheid; vuile truc behendigheid; foef; foefje; greep; handel; handgreep; handigheid; handvat; hendel; kneep; kneepje; kunst; kunstgreep; kunstje; list; maniertje; manoeuvre; slimheid; sluwe streek; toer; truc; trucage
Täuschung onechtheid; valsheid anamorfose; bedrog; camouflage; chimère; drogbeeld; droombeeld; farce; fata morgana; fopperij; gezichtsbedrog; hersenschim; illusie; leugen; luchtspiegeling; misleiding; onwaarheid; oplichterij; schertsvertoning; schijnbeeld; versluiering; waan; zwendel
Tücke onechtheid; valsheid geniepigheid; verraderlijke eigenschap
Unechtheit onechtheid; valsheid onnatuurlijkheid
Unnatürlichkeit onechtheid; valsheid geaffekteerdheid; gekunsteldheid; gemaaktheid; onnatuurlijkheid
Verlogenheit onechtheid; valsheid geaffekteerdheid; gekunsteldheid; gemaaktheid; leugenachtigheid
falscher Trick gemene streek; valsheid; vuile truc

Verwandte Wörter für "valsheid":


Wiktionary Übersetzungen für valsheid:


Cross Translation:
FromToVia
valsheid Gerissenheit guile — astuteness, cunning

valsheid form of vals:

vals Adjektiv

  1. vals (niet echt)
    schief; ungenau; falsch; fehlerhaft; unzutreffend; unrecht; unrichtig; unwahr
  2. vals (onecht; bedriegelijk; nagemaakt; onwaar; gefingeerd)
  3. vals (slecht; gemeen; min)
    schlecht; schlimm; böse; übel; hinterhältig; heimtückisch; gemein; bösartig; mies; boshaft; tückisch; hinterlistig; niederträchtig
  4. vals (met slechte intentie; slecht; gemeen; kwaadwillig)
  5. vals (verraderlijk; gevaarlijk)
  6. vals (schurkachtig; gemeen; gluiperig; boosaardig; boefachtig)
  7. vals (valselijk; ten onrechte)

Übersetzung Matrix für vals:

AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
fehlerhaft niet echt; vals ernaast; fout; foutief; mis; mislukt; ongepast; onjuist; onkies; onvertogen; onwaar; ten onrechte; verkeerd; vicieus
Not SpecifiedVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
teuflisch duivels; verdoemd
OtherVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
boshaft boosaardig; slecht
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
abgefeimt boefachtig; boosaardig; gemeen; gluiperig; schurkachtig; vals arglistig; doortrapt; geraffineerd; geslepen; leep; link; listig; slinks; sluw
arg gemeen; kwaadwillig; met slechte intentie; slecht; vals ontzettend; schrikaanjagend; schrikbarend; schrikwekkend; schromelijk; verschrikkelijk; vreselijk
ausgekocht boefachtig; boosaardig; gemeen; gluiperig; schurkachtig; vals achterbaks; adrem; arglistig; bijdehand; clever; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniaal; geniepig; geraffineerd; geslepen; gevat; gewiekst; gluiperig; kien; leep; link; listig; pienter; raak; schrander; slim; slinks; sluw; snedig; snood; snugger; stiekem; uitgekookt; uitgeslapen; vernuftig
boshaft gemeen; min; slecht; vals giftig; hatelijk; kwaadaardig; stekelig; venijnig; vijandig
bösartig boefachtig; boosaardig; gemeen; gluiperig; kwaadwillig; met slechte intentie; min; schurkachtig; slecht; vals achterbaks; boosaardig; bosachtig; donker; doortrapt; dreigend; dubieus; duister; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; giftig; glibberig; gluiperig; huiveringwekkend; ijselijk; ijzingwekkend; kwaadaardig; leep; listig; luguber; macaber; malicieus; obscuur; onguur; onheilspellend; sinister; slinks; sluw; snood; spookachtig; stiekem; tweetongig; uitgekookt; venijnig; verdacht; verraderlijk
böse boefachtig; boosaardig; gemeen; gluiperig; kwaadwillig; met slechte intentie; min; schurkachtig; slecht; vals achterbaks; bitter; boos; dol; donker; doortrapt; dreigend; dubieus; duister; furieus; gebelgd; gehaaid; gekwetst; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; giftig; glibberig; gluiperig; hels; huiveringwekkend; ijselijk; ijzingwekkend; kwaad; kwaadaardig; laaiend; leep; listig; luguber; macaber; misnoegd; nijdig; obscuur; onguur; onheilspellend; razend; sinister; slinks; sluw; snood; spinnijdig; spookachtig; stiekem; tierend; toornig; uitgekookt; venijnig; verdacht; vergramd; verontwaardigd; verstoord; vertoornd; woedend; woest; zeer boos; ziedend
doppelzüngig gemeen; kwaadwillig; met slechte intentie; slecht; vals achterbaks; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; heimelijk; in het geheim; in het geniep; leep; listig; op steelse wijze; slinks; sluw; snood; steels; steelsgewijze; stiekem; tersluiks; tweetongig; uitgekookt
durchtrieben boefachtig; boosaardig; gemeen; gluiperig; schurkachtig; vals achterbaks; adrem; arglistig; behorende tot de harde kern; bijdehand; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gevat; gewiekst; gluiperig; leep; link; listig; raak; slinks; sluw; snedig; snood; stiekem; uitgekookt; van de harde kern
falsch bedriegelijk; gefingeerd; gemeen; kwaadwillig; met slechte intentie; nagemaakt; niet echt; onecht; onwaar; slecht; ten onrechte; vals; valselijk abuis; achterbaks; arglistig; banaal; doortrapt; ernaast; fout; foutief; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; grof; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; leep; link; listig; lomp; mis; niet hoog; onedel; ongepast; onjuist; onkies; onvertogen; onwaar; plat; platvloers; schunnig; slinks; sluw; snood; stiekem; ten onrechte; triviaal; tweetongig; uitgekookt; verkeerd; vunzig
fingiert bedriegelijk; gefingeerd; nagemaakt; onecht; onwaar; vals bedacht; denkbeeldig; fictief; gefantaseerd; gefingeerd; gevingerd; verzonnen
fälschlicherweise ten onrechte; vals; valselijk abusievelijk; ongepast; onkies; onvertogen; ten onrechte; verkeerd
gemein bedriegelijk; gefingeerd; gemeen; min; nagemaakt; onecht; onwaar; slecht; vals achterbaks; banaal; bosachtig; donker; doortrapt; dubieus; duister; gehaaid; gemeen; gemeenschappelijk; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gewoon; gezamenlijk; glibberig; gluiperig; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; leep; listig; luguber; macaber; met zijn allen; normaal; obscuur; onedel; onguur; ploertig; slinks; sluw; snood; spookachtig; stiekem; tezamen; uitgekookt; verdacht; vuig
gerissen boefachtig; boosaardig; gemeen; gluiperig; schurkachtig; vals achterbaks; adrem; arglistig; bij de pinken; bijdehand; clever; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; gescheurd; geslepen; gevat; gewiekst; gluiperig; goochem; kien; leep; link; listig; pienter; raak; scherpzinnig; schrander; slim; slinks; sluw; snedig; snood; snugger; spitsvondig; stiekem; uitgekiend; uitgekookt; uitgeslapen
handelen mit schlechten Gedanken gemeen; kwaadwillig; met slechte intentie; slecht; vals
heimtückisch bedriegelijk; gefingeerd; gemeen; gevaarlijk; min; nagemaakt; onecht; onwaar; slecht; vals; verraderlijk achterbaks; banaal; donker; doortrapt; dubieus; duister; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; glibberig; gluiperig; grof; heimelijk; in het geheim; in het geniep; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; leep; listig; lomp; luguber; macaber; obscuur; onedel; onguur; op steelse wijze; plat; platvloers; schunnig; slinks; sluw; snood; spookachtig; steels; steelsgewijze; stiekem; tersluiks; triviaal; trouweloos; uitgekookt; verdacht; verraderlijk; vunzig
hinterhältig bedriegelijk; boefachtig; boosaardig; gefingeerd; gemeen; gluiperig; min; nagemaakt; onecht; onwaar; schurkachtig; slecht; vals achterbaks; arglistig; banaal; donker; doortrapt; dubieus; duister; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; glibberig; gluiperig; grof; in het geniep; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; leep; link; listig; lomp; luguber; macaber; obscuur; onedel; onguur; plat; platvloers; schunnig; slinks; sluw; snood; spookachtig; stiekem; triviaal; uitgekookt; verdacht; vunzig
hinterlistig bedriegelijk; gefingeerd; gemeen; kwaadwillig; met slechte intentie; min; nagemaakt; onecht; onwaar; slecht; vals achterbaks; arglistig; banaal; clever; donker; doortrapt; dreigend; dubieus; duister; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; glibberig; gluiperig; grof; heimelijk; huiveringwekkend; in het geheim; in het geniep; kien; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; leep; link; listig; lomp; luguber; macaber; obscuur; onedel; onguur; onheilspellend; op steelse wijze; pienter; plat; platvloers; schrander; schunnig; sinister; slim; slinks; sluw; snood; snugger; spookachtig; steels; steelsgewijze; stiekem; tersluiks; triviaal; tweetongig; uitgekookt; uitgeslapen; verdacht; vunzig
listig boefachtig; boosaardig; gemeen; gluiperig; schurkachtig; vals achterbaks; arglistig; clever; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; kien; leep; link; listig; pienter; scherpzinnig; schrander; slim; slinks; sluw; snood; snugger; spitsvondig; stiekem; uitgekiend; uitgekookt; uitgeslapen
mies bedriegelijk; gefingeerd; gemeen; min; nagemaakt; onecht; onwaar; slecht; vals afgezaagd; donker; dubieus; duister; ellendig; gemeen; glibberig; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; langdraadig; langwijlig; lastig; melig; niet hoog; obscuur; onedel; onguur; rot; saai; verdacht; vervelend
niederträchtig bedriegelijk; boefachtig; boosaardig; gefingeerd; gemeen; gluiperig; min; nagemaakt; onecht; onwaar; schurkachtig; slecht; vals achterbaks; donker; doortrapt; dubieus; duister; eerloos; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; glibberig; gluiperig; infaam; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; leep; listig; niet hoog; obscuur; onedel; onguur; ploertig; schandalig; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt; verdacht; verfoeilijk
schief niet echt; vals aflopend; dwars; faliekant; finaal; flauw hellend; glooiend; hartstikke; helemaal; hellend; ongepast; onkies; onvertogen; scheef; schuin; schuin aflopend; steil; verkeerd; vierkant; volstrekt
schlecht gemeen; kwaadwillig; met slechte intentie; min; slecht; vals akelig; armzalig; bedorven; bekaaid; beroerd; bijkomstig; ellendig; er bekaaid afkomen; gammel; gebrekkig; inferieur; karig; krakkemikkig; luguber; macaber; mager; misplaatst; misselijk; naar; ondergeschikt; onderhorig; onderworpen; ondeugdelijk; onpasselijk; onwel; ploertig; pover; rot; rottig; schamel; schraal; slecht; spookachtig; vergaan; verrot; wankel; zwak
schlimm gemeen; kwaadwillig; met slechte intentie; min; slecht; vals argwaan opwekkend; brutaal; delicaat; erg; ernstig; fel; hachelijk; heel erg; heftig; hevig; hondsbrutaal; ijzingwekkend; krachtig; kritiek; kwalijk; lastig; netelig; ontzettend; penibel; ploertig; precair; schrikbarend; schrikwekkend; snood; van bedenkelijke aard; verdacht; verschrikkelijk; vreselijk; vrijpostig
schofel bedriegelijk; gefingeerd; nagemaakt; onecht; onwaar; vals banaal; dor; grof; honend; hooghartig; laag; laag-bij-de-grond; lomp; minachtend; niet hoog; ondermaats; onvolgroeid; ordinair; plat; platvloers; ploertig; schraal; schunnig; smalend; spottend; triviaal; vulgair; vunzig
schuftig bedriegelijk; boefachtig; boosaardig; gefingeerd; gemeen; gluiperig; nagemaakt; onecht; onwaar; schurkachtig; vals achterbaks; banaal; donker; doortrapt; dreigend; dubieus; duister; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; glibberig; gluiperig; grof; huiveringwekkend; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; leep; listig; lomp; luguber; macaber; niet hoog; obscuur; onduidelijk; onedel; onguur; onheilspellend; plat; platvloers; ploerterig; ploertig; schofterig; schunnig; sinister; slinks; sluw; smiechterig; snood; spookachtig; stiekem; triviaal; uitgekookt; verdacht; vunzig; wollig
schurkisch boefachtig; boosaardig; gemeen; gluiperig; schurkachtig; vals achterbaks; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; leep; listig; ploerterig; ploertig; slinks; sluw; smiechterig; snood; stiekem; uitgekookt
schweinisch bedriegelijk; gefingeerd; nagemaakt; onecht; onwaar; vals amoreel; goor; immoreel; laag; luguber; macaber; obsceen; onverkwikkelijk; onzedelijk; onzedig; ploertig; ranzig; schuin; smeerachtig; smerig; spookachtig; stuitend; verachtelijk; vies; vunzig; walgelijk; weerzinwekkend; zedeloos; zwijnachtig
schäbig bedriegelijk; gefingeerd; nagemaakt; onecht; onwaar; vals aan lager wal; arm; armoedig; armzalig; banaal; berooid; dor; flodderig; grof; haveloos; hokkerig

Verwandte Wörter für "vals":


Antonyme für "vals":


Verwandte Definitionen für "vals":

  1. boosaardig, niet te vertrouwen1
    • kom niet dicht bij die valse hond, hij bijt weleens1
  2. nagemaakt, onecht1
    • hij betaalde met vals geld1
  3. onwaar of onjuist1
    • het was weer eens vals alarm1

Wiktionary Übersetzungen für vals:

vals
adjective
  1. beim Spiel: betrügerisch
  2. nachmachen
  3. als Charakter: verlogen
  4. lügen, nicht den Tatsachen entsprechend

Cross Translation:
FromToVia
vals unwahr; falsch false — untrue, not factual, wrong
vals unecht; falsch false — spurious, artificial
vals falsch false — state in Boolean logic that indicates a negative result
vals unecht spurious — false

Computerübersetzung von Drittern: