Übersicht
Spanisch nach Niederländisch:   mehr Daten
  1. responder:
  2. Wiktionary:


Spanisch

Detailübersetzungen für responder (Spanisch) ins Niederländisch

responder:

responder Verb

  1. responder (contestar; responder a)
    beantwoorden; antwoorden; responderen
    • beantwoorden Verb (beantwoord, beantwoordt, beantwoordde, beantwoordden, beantwoord)
    • antwoorden Verb (antwoord, antwoordt, antwoordde, antwoordden, geantwoord)
    • responderen Verb (respondeer, respondeert, respondeerde, respondeerden, gerespondeerd)
  2. responder (contestar)
    reageren; antwoorden; responderen
    • reageren Verb (reageer, reageert, reageerde, reageerden, gereageerd)
    • antwoorden Verb (antwoord, antwoordt, antwoordde, antwoordden, geantwoord)
    • responderen Verb (respondeer, respondeert, respondeerde, respondeerden, gerespondeerd)
  3. responder (ser responsable de; asumir la responsabilidad)
    aansprakelijk zijn voor; aansprakelijk zijn; verantwoordelijkheid dragen
    • aansprakelijk zijn voor Verb (ben aansprakelijk voor, bent aansprakelijk voor, is aansprakelijk voor, was aansprakelijk voor, waren aansprakelijk voor, aansprakelijk geweest voor)
    • aansprakelijk zijn Verb (ben aansprakelijk, bent aansprakelijk, is aansprakelijk, was aansprakelijk, waren aansprakelijk, aansprakelijk geweest)
    • verantwoordelijkheid dragen Verb (draag verantwoordelijkheid, draagt verantwoordelijkheid, droeg verantwoordelijkheid, droegen verantwoordelijkheid, verantwoordelijkheid gedragen)
  4. responder
    antwoorden
    • antwoorden Verb (antwoord, antwoordt, antwoordde, antwoordden, geantwoord)

Konjugationen für responder:

presente
  1. respondo
  2. respondes
  3. responde
  4. respondemos
  5. respondéis
  6. responden
imperfecto
  1. respondía
  2. respondías
  3. respondía
  4. respondíamos
  5. respondíais
  6. respondían
indefinido
  1. respondí
  2. respondiste
  3. respondió
  4. respondimos
  5. respondisteis
  6. respondieron
fut. de ind.
  1. responderé
  2. responderás
  3. responderá
  4. responderemos
  5. responderéis
  6. responderán
condic.
  1. respondería
  2. responderías
  3. respondería
  4. responderíamos
  5. responderíais
  6. responderían
pres. de subj.
  1. que responda
  2. que respondas
  3. que responda
  4. que respondamos
  5. que respondáis
  6. que respondan
imp. de subj.
  1. que respondiera
  2. que respondieras
  3. que respondiera
  4. que respondiéramos
  5. que respondierais
  6. que respondieran
miscelánea
  1. ¡responde!
  2. ¡responded!
  3. ¡no respondas!
  4. ¡no respondáis!
  5. respondido
  6. respondiendo
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Übersetzung Matrix für responder:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
aansprakelijk zijn asumir la responsabilidad; responder; ser responsable de
aansprakelijk zijn voor asumir la responsabilidad; responder; ser responsable de
antwoorden contestar; responder; responder a
beantwoorden contestar; responder; responder a atender; contestar
reageren contestar; responder reaccionar
responderen contestar; responder; responder a
verantwoordelijkheid dragen asumir la responsabilidad; responder; ser responsable de
- Contestar

Synonyms for "responder":


Wiktionary Übersetzungen für responder:

responder
verb
  1. het geven van een antwoord

Cross Translation:
FromToVia
responder antwoorden answer — to make a reply or response to
responder antwoorden; beantwoorden reply — to give a written or spoken response
responder beantwoorden reply — to act or gesture in response
responder antwoorden antworten — (intransitiv, mit Dativ) etwas auf eine Frage oder Aufgabe erwidern
responder beantwoorden beantworten — eine schriftliche Reaktion auf ein Schreiben abgeben
responder beantwoorden beantworten — eine Antwort auf eine Frage geben
responder antwoorden répondre — Faire une réponse à ce qui dire ou demander.

Verwandte Übersetzungen für responder