Übersicht
Deutsch nach Niederländisch:   mehr Daten
  1. wegbewegen:


Deutsch

Detailübersetzungen für wegbewegen (Deutsch) ins Niederländisch

wegbewegen:

wegbewegen Verb

  1. wegbewegen
    verplaatsen; verrijden
    • verplaatsen Verb (verplaats, verplaatst, verplaatste, verplaatsten, verplaatst)
    • verrijden Verb (verrijd, verrijdt, verreed, verreden, verreden)

Übersetzung Matrix für wegbewegen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
verplaatsen wegbewegen aufrücken; beseitigen; einrücken; entfernen; fortbringen; fortschaffen; rücken; setzen; sichversetzen; umstellen; verlegen; verrücken; verschieben; verschleppen; versetzen; verstellen; vertreiben; wegschaffen; wegtun; zur Seite rücken; zusammenrücken
verrijden wegbewegen

Synonyms for "wegbewegen":