"reim" übersetzt von Deutsche ins Niederländisch--Interglot

Übersicht

Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten

Deutsch

Detailübersetzungen für Reim (Deutsch) ins Niederländisch

der Reim
de rijm
- rijm [de ~ (m)] Nomen
der Reim (Reimerei)
het rijmpje
- rijmpje [het ~] Nomen
der Reim (Reimerei)
de rijmelarij; het gerijmel
- rijmelarij [de ~ (v)] Nomen
- gerijmel [het ~] Nomen

Reim

noun

lautliche Übereinstimmung oder Ähnlichkeit in gleicher Position bei sprachlichen Ausdrücken
- Reim → rijm

Reim

noun

een vers waarvan een regel eindigt in een woord dat klankverwantschap vertoont met het einde van een andere regel
- rijm → Reim

Cross Translation:

From	To	Via
• Reim	→ rijm; rijmpje; vers; versje	↔ rhyme — verse, poetry
• Reim	→ rijm	↔ rhyme — rhyming; sameness of sound of some parts of words, as ‘the poem exhibits rhyme’