Home ->Wörterbücher ->Deutsch/Niederländisch ->Suche: Spiegelung

Deutsche und niederländische Suchergebnisse für: Spiegelung

Übersicht

Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten

Spiegelung:
- spiegelbeeld; reflectie; weerspiegeling; weerkaatsing; spiegeling; weerschijn
Wiktionary:
- Spiegelung → weerkaatsing

Deutsch

Detailübersetzungen für Spiegelung (Deutsch) ins Niederländisch

Spiegelung:

Spiegelung [die ~] Nomen

die Spiegelung (Spiegelbild; Gegenbild; Widerspiegelung)
het spiegelbeeld
- spiegelbeeld [het ~] Nomen
die Spiegelung (Widerspiegelung; Reflexion; Widerschein; Abglanz; Widerhall)
de reflectie; de weerspiegeling; de weerkaatsing; de spiegeling; de weerschijn
- reflectie [de ~ (v)] Nomen
- weerspiegeling [de ~ (v)] Nomen
- weerkaatsing [de ~ (v)] Nomen
- spiegeling [de ~ (v)] Nomen
- weerschijn [de ~ (m)] Nomen

Übersetzung Matrix für Spiegelung:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
reflectie	Abglanz; Reflexion; Spiegelung; Widerhall; Widerschein; Widerspiegelung	Reflektion
spiegelbeeld	Gegenbild; Spiegelbild; Spiegelung; Widerspiegelung
spiegeling	Abglanz; Reflexion; Spiegelung; Widerhall; Widerschein; Widerspiegelung
weerkaatsing	Abglanz; Reflexion; Spiegelung; Widerhall; Widerschein; Widerspiegelung
weerschijn	Abglanz; Reflexion; Spiegelung; Widerhall; Widerschein; Widerspiegelung
weerspiegeling	Abglanz; Reflexion; Spiegelung; Widerhall; Widerschein; Widerspiegelung
Not Specified	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
-	Datenbankspiegelung

Synonyms for "Spiegelung":

Lichtreflex; Lichtrückstrahlung; Reflex; Reflexion; Widerschein

Wiktionary Übersetzungen für Spiegelung:

Spiegelung

noun

datgene wat weerkaatst wordt (licht, beeld, warmte of geluid)
- weerkaatsing → Spiegelung; Widerschein; Widerhall