Übersicht
Deutsch nach Niederländisch:   mehr Daten
  1. er:
  2. Wiktionary:
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. er:


Deutsch

Detailübersetzungen für er (Deutsch) ins Niederländisch

er:

er

  1. er
    hij
    – derde persoon enkelvoud, mannelijk onderwerp 1
    • hij
      • dat is mijn vader, hij heet Jan1

Übersetzung Matrix für er:

PronounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
hij er

Wiktionary Übersetzungen für er:

er
  1. eine männliche Person, ein männliches Tier, ein männlicher Gegenstand oder ein männliches Abstraktum
er
pronoun
  1. Nominatief mannelijk derde persoon enkelvoud nv.nom
  2. de klitische vorm van de 3e persoon enkelvoud mannelijk nominatief

Cross Translation:
FromToVia
er hij; ie he — personal pronoun "he"
er hij; het it — subject — inanimate thing
er hij il — Personne, animal ou chose

Verwandte Übersetzungen für er



Niederländisch

Detailübersetzungen für er (Niederländisch) ins Deutsch

er:


Übersetzung Matrix für er:

Not SpecifiedVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
- er mee eens; er naar toe; er was eens

Verwandte Definitionen für "er":

  1. op die plaats1
    • zo mensen, we zijn er1
  2. van die dingen of van die mensen1
    • hoeveel snoepjes? ik wil er drie1
  3. zonder vaste betekenis1
    • er is telefoon voor je1

Wiktionary Übersetzungen für er:

er
adverb
  1. onbepaald bijwoord van plaats: ergens
  2. als locatief deel van een voornaamwoordelijk bijwoord vervangt het een persoonlijk voornaamwoord: het, ze
    • erda

Cross Translation:
FromToVia
er es it — object
er es gibt there be — to exist
er da; dort; daselbst; drüben; da drüben y — À cet endroit
er es; geben y avoir — Exister, être présent, se passer

Verwandte Übersetzungen für er