Übersicht
Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten
-
ehrenhaft:
-
Wiktionary:
ehrenhaft → eerbaar, fatsoenlijk -
Synonyms for "ehrenhaft":
ehrbar; ehrenvoll; ehrenwert; ehrsam; honorig
-
Wiktionary:
Deutsch
Detailübersetzungen für ehrenhaft (Deutsch) ins Niederländisch
ehrenhaft: (*Wort und Satz getrennt)
- ehren: eren; eerbied bewijzen; houden aan; waarderen; op prijs stellen; appreciëren; huldigen; eer aandoen; hulde bewijzen; achten; respecteren; eerbiedigen; hoogachten; hoogschatten; ophemelen; fuiven; in ere houden; eer bewijzen; fêteren; lofprijzen; de hemel in prijzen; feestelijk onthalen; hemelhoog prijzen
- Haft: boete; straf; gevangenisstraf; opsluiting; hechtenis; gevangenhouding; celstraf; detentie; internering
- Ehren: achten; eren
ehrenhaft:
Synonyms for "ehrenhaft":
Wiktionary Übersetzungen für ehrenhaft:
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • ehrenhaft | → eerbaar; fatsoenlijk | ↔ reputable — having a good reputation |