Übersicht
Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten
-
angriffslustig:
-
Wiktionary:
angriffslustig → agressief -
Synonyms for "angriffslustig":
angreifend; kämpferisch; offensiv
aggressiv; gereizt; ärgerlich
streitlustig
-
Wiktionary:
Deutsch
Detailübersetzungen für angriffslustig (Deutsch) ins Niederländisch
angriffslustig: (*Wort und Satz getrennt)
- Angriff: aanval; offensief; run; bestorming; stormloop; attaque; stormaanval; razzia; klopjacht
- lustig: druk; bezet; drukbezet; blij; wakker; levendig; zonnig; opgewekt; opgeruimd; kleurig; geestig; opgetogen; fleurig; monter; lustig; dartel; kwiek; blijmoedig; fideel; welgemoed; blijgeestig; leuk; grappig; komisch; lachwekkend; komiek; lollig; geinig; koddig; geanimeerd; drukpratend; humoristisch; kluchtig; vrolijk; uitgelaten; jolig; speels; uiig; goed geluimd; welgestemd
angriffslustig:
Synonyms for "angriffslustig":
Wiktionary Übersetzungen für angriffslustig:
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • angriffslustig | → agressief | ↔ aggressive — tending or disposed to aggress |
| • angriffslustig | → agressief | ↔ agressif — Qui tenir de l’agression, qui a le caractère de l’agression. |