Deutsch
Detailübersetzungen für Hebelarm (Deutsch) ins Niederländisch
Hebelarm: (*Wort und Satz getrennt)
- Hebel: kruk; hendel; klink; deurklink
- arm: arm; pover; berooid; armetierig; armoedig; behoeftig; noodlijdend; onvermogend; minvermogend; armelijk; kommerlijk; verstoken; misdeeld; geldeloos
- heben: heffen; omhoog doen; verhelpen; verhogen; opheffen; tillen; lichten; ophogen; optillen; omhoog brengen; opstijgen; omhoogkomen; opvliegen; omhooghalen; omhoogtrekken; omhoogheffen; naar boven tillen
- Lärm: leven; lawaai; spektakel; herrie; rumoer; kabaal; tumult; misbaar; stennis; luidruchtigheid
Spelling Suggestions for: Hebelarm
Hebelarm:
Synonyms for "Hebelarm":
Wiktionary Übersetzungen für Hebelarm:
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • Hebelarm | → hefboom | ↔ bras de levier — mécanique|fr Partie du levier comprise entre le point d’appui et celui auquel appliquer la force ou la résistance. |
Computerübersetzung von Drittern: