Deutsch
Detailübersetzungen für Armsessel (Deutsch) ins Niederländisch
Armsessel: (*Wort und Satz getrennt)
- arm: arm; pover; berooid; armetierig; armoedig; behoeftig; noodlijdend; onvermogend; minvermogend; armelijk; kommerlijk; verstoken; misdeeld; geldeloos
- Sessel: stoelen; zetels; stoel; gestoelte; crapaud; fauteuil; luie stoel; makkelijke stoel; zetel; zitplaats; knoppen; uitlopers; scheuten; nieuwe twijgen; banken; zitbanken
Spelling Suggestions for: Armsessel
- Searching for suggestions...
Wiktionary Übersetzungen für Armsessel:
Computerübersetzung von Drittern:
Niederländisch
Suggestions for Armsessel in Niederländisch
Spelling Suggestions for: Armsessel
- Searching for suggestions...
Computerübersetzung von Drittern: