Übersicht
Deutsch nach Niederländisch:   mehr Daten
  1. überziehen:


Deutsch

Detailübersetzungen für überziehen (Deutsch) ins Niederländisch

überziehen: (*Wort und Satz getrennt)

überziehen:


Synonyms for "überziehen":

  • das Kind mit dem Bade ausschütten; den Bogen überspannen; exorbitieren; mehr tun, als richtig ist; mit Kanonen auf Spatzen schießen; zu weit gehen; über das Ziel hinausschießen; übereifern; übersteigern; übertreiben
  • anstreichen; beschichten; überstreichen

Wiktionary Übersetzungen für überziehen:


Cross Translation:
FromToVia
überziehen overtrekken stall — To exceed the critical angle of attack, resulting in total loss of lift
überziehen bekleden; overtrekken; coveren; beleggen; dekken; bedekken; toedekken recouvrir — Couvrir de nouveau. (Sens général)
überziehen accepteren; aannemen; ontvangen; kleden; aankleden; omkleden; staan; bekleden; overtrekken; aandoen; aantrekken; opleggen; opbrengen; aanbrengen; pleisteren; bepleisteren; stukadoren revêtirpourvoir de vêtements quelqu’un qui en a besoin.
überziehen bekleden; overtrekken; behangen tapisserrevêtir, orner de tapisserie les murailles d’une salle, d’une chambre, etc. note Se dit en parlant de la salle, de la pièce ou en parlant des choses qui les couvrent ou les tapissent.