Übersicht
Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten
-
beispringen:
-
Wiktionary:
beispringen → helpen, baten, bijstaan, ter zijde staan, assisteren
-
Wiktionary:
Deutsch
Detailübersetzungen für beispringen (Deutsch) ins Niederländisch
beispringen: (*Wort und Satz getrennt)
- bei: bij; te; via; ter; hierbij; hiermee; bij deze; met dit; waarbij; bij de
- springen: springen; een sprongetje maken; opspringen; rennen; hardlopen; ontploffen; ploffen; uit elkaar spatten; uit elkaar springen; inspringen; hoppen; overspringen; kapot barsten; overheen springen; tempo maken
- Springen: springen; afspringen; naar beneden springen; gespring; gehuppel
Spelling Suggestions for: beispringen
Wiktionary Übersetzungen für beispringen:
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • beispringen | → helpen; baten; bijstaan; ter zijde staan; assisteren | ↔ aider — faciliter l’accomplissement d’une action. |
| • beispringen | → baten; bijstaan; helpen; ter zijde staan; assisteren | ↔ secourir — aider ; courir à l’aide de quelqu’un ; prêter assistance à qui en avoir besoin de. |
Computerübersetzung von Drittern:
Niederländisch
Suggestions for beispringen in Niederländisch
Spelling Suggestions for: beispringen
Computerübersetzung von Drittern: