Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. knip:
  2. knippen:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für knip (Niederländisch) ins Schwedisch

knip:


knippen:

knippen Verb (knip, knipt, knipte, knipten, geknipt)

  1. knippen (afknippen; couperen)
    klippa av; skära av
    • klippa av Verb (klippar av, klippade av, klippat av)
    • skära av Verb (skär av, skar av, skurit av)
  2. knippen (coifferen; kappen)
    snitta någons hår
  3. knippen (snoeien; trimmen; besnoeien)
    beskära
    • beskära Verb (beskär, beskar, beskurit)
  4. knippen
  5. knippen
    trimma
    • trimma Verb (trimmar, trimmade, trimmat)

Konjugationen für knippen:

o.t.t.
  1. knip
  2. knipt
  3. knipt
  4. knippen
  5. knippen
  6. knippen
o.v.t.
  1. knipte
  2. knipte
  3. knipte
  4. knipten
  5. knipten
  6. knipten
v.t.t.
  1. heb geknipt
  2. hebt geknipt
  3. heeft geknipt
  4. hebben geknipt
  5. hebben geknipt
  6. hebben geknipt
v.v.t.
  1. had geknipt
  2. had geknipt
  3. had geknipt
  4. hadden geknipt
  5. hadden geknipt
  6. hadden geknipt
o.t.t.t.
  1. zal knippen
  2. zult knippen
  3. zal knippen
  4. zullen knippen
  5. zullen knippen
  6. zullen knippen
o.v.t.t.
  1. zou knippen
  2. zou knippen
  3. zou knippen
  4. zouden knippen
  5. zouden knippen
  6. zouden knippen
en verder
  1. is geknipt
diversen
  1. knip!
  2. knipt!
  3. geknipt
  4. knippend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

knippen [de ~] Nomen, Plural

  1. de knippen (knipsluitingen; knipsloten)

Übersetzung Matrix für knippen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
klippa av afknippen
knäpplås knippen; knipsloten; knipsluitingen
skära av afknippen
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
beskära besnoeien; knippen; snoeien; trimmen bijsnijden
klippa av afknippen; couperen; knippen afkappen; bekorten
klippa ut knippen
skära av afknippen; couperen; knippen afkappen
snitta någons hår coifferen; kappen; knippen
trimma knippen bijknippen; een beetje knippen; haar kort laten knippen; kortwieken

Verwandte Wörter für "knippen":


Verwandte Definitionen für "knippen":

  1. er met een schaar een snee in maken1
    • ik knip een artikel uit de krant1
  2. je vinger van je duim laten springen en zo geluid maken1
    • hij knipte met zijn vingers en de ober verscheen1

Wiktionary Übersetzungen für knippen:


Cross Translation:
FromToVia
knippen klippa cut — to cease recording
knippen klippa; saxa scissor — to cut using scissors
knippen borra percer — Traverser en faisant un trou, une ouverture. (Sens général).