Niederländisch

Detailed Synonyms for streng in Niederländisch

streng:

streng Adjektiv

  1. streng
  2. streng
    dwingend; bindend; strikt; streng; stringent
  3. streng
    streng; strikt; stringent; onvermurwbaar
  4. streng

streng [de ~] Nomen

  1. de streng
    de haarvlecht; de streng; de haarstreng

streng [de ~] Nomen

  1. de streng
    – ineengevlochten bundel 1
    de streng
    – ineengevlochten bundel 1
    • streng [de ~] Nomen
      • ze kocht een strengetje borduurzijde1
  2. de streng
    – wie zich strak aan de regels houdt en niet toegeeft 1
    de streng
    – wie zich strak aan de regels houdt en niet toegeeft 1
    • streng [de ~] Nomen
      • mijn ouders waren erg streng1

Verwandte Wörter für "streng":

  • strengheid, strengen, strenger, strengere, strengst, strengste, strenge

Antonyme für "streng":


Verwandte Definitionen für "streng":

  1. ineengevlochten bundel1
    • ze kocht een strengetje borduurzijde1
  2. wie zich strak aan de regels houdt en niet toegeeft1
    • mijn ouders waren erg streng1

Related Synonyms for streng