Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. kritiseren:


Niederländisch

Detailed Synonyms for kritiseren in Niederländisch

kritiseren:

kritiseren Verb (kritiseer, kritiseert, kritiseerde, kritiseerden, gekritiseerd)

  1. kritiseren
    kritiseren; afkraken; katten; kraken
    • kritiseren Verb (kritiseer, kritiseert, kritiseerde, kritiseerden, gekritiseerd)
    • afkraken Verb (kraak af, kraakt af, kraakte af, kraakten af, afgekraakt)
    • katten Verb (kat, katte, katten, gekat)
    • kraken Verb (kraak, kraakt, kraakte, kraakten, gekraakt)

Konjugationen für kritiseren:

o.t.t.
  1. kritiseer
  2. kritiseert
  3. kritiseert
  4. kritiseren
  5. kritiseren
  6. kritiseren
o.v.t.
  1. kritiseerde
  2. kritiseerde
  3. kritiseerde
  4. kritiseerden
  5. kritiseerden
  6. kritiseerden
v.t.t.
  1. heb gekritiseerd
  2. hebt gekritiseerd
  3. heeft gekritiseerd
  4. hebben gekritiseerd
  5. hebben gekritiseerd
  6. hebben gekritiseerd
v.v.t.
  1. had gekritiseerd
  2. had gekritiseerd
  3. had gekritiseerd
  4. hadden gekritiseerd
  5. hadden gekritiseerd
  6. hadden gekritiseerd
o.t.t.t.
  1. zal kritiseren
  2. zult kritiseren
  3. zal kritiseren
  4. zullen kritiseren
  5. zullen kritiseren
  6. zullen kritiseren
o.v.t.t.
  1. zou kritiseren
  2. zou kritiseren
  3. zou kritiseren
  4. zouden kritiseren
  5. zouden kritiseren
  6. zouden kritiseren
diversen
  1. kritiseer!
  2. kritiseert!
  3. gekritiseerd
  4. kritiserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze