Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. katten:
  2. kat:


Niederländisch

Detailed Synonyms for katten in Niederländisch

katten:

katten Verb (kat, katte, katten, gekat)

  1. katten
    kritiseren; afkraken; katten; kraken
    • kritiseren Verb (kritiseer, kritiseert, kritiseerde, kritiseerden, gekritiseerd)
    • afkraken Verb (kraak af, kraakt af, kraakte af, kraakten af, afgekraakt)
    • katten Verb (kat, katte, katten, gekat)
    • kraken Verb (kraak, kraakt, kraakte, kraakten, gekraakt)

Konjugationen für katten:

o.t.t.
  1. kat
  2. kat
  3. kat
  4. katten
  5. katten
  6. katten
o.v.t.
  1. katte
  2. katte
  3. katte
  4. katten
  5. katten
  6. katten
v.t.t.
  1. heb gekat
  2. hebt gekat
  3. heeft gekat
  4. hebben gekat
  5. hebben gekat
  6. hebben gekat
v.v.t.
  1. had gekat
  2. had gekat
  3. had gekat
  4. hadden gekat
  5. hadden gekat
  6. hadden gekat
o.t.t.t.
  1. zal katten
  2. zult katten
  3. zal katten
  4. zullen katten
  5. zullen katten
  6. zullen katten
o.v.t.t.
  1. zou katten
  2. zou katten
  3. zou katten
  4. zouden katten
  5. zouden katten
  6. zouden katten
diversen
  1. kat!
  2. kat!
  3. gekat
  4. kattend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwandte Wörter für "katten":


katten form of kat:

kat [de ~] Nomen

  1. de kat
    de kat
    • kat [de ~] Nomen
  2. de kat
    – klein huisdier dat miauwt 1
    de kat
    – klein huisdier dat miauwt 1
    • kat [de ~] Nomen
      • de kat lag op de bank te slapen1
    de huiskat
  3. de kat
    – klein huisdier dat miauwt 1
    de kat; de poes
    – klein huisdier dat miauwt 1
    • kat [de ~] Nomen
      • de kat lag op de bank te slapen1
    • poes [de ~] Nomen
      • onze poes zit voor het raam1
  4. de kat
    – hatelijke opmerking 1
    de kat
    – hatelijke opmerking 1
    • kat [de ~] Nomen
      • ik kréég toch een kat van hem!1

Verwandte Wörter für "kat":


Alternate Synonyms for "kat":


Verwandte Definitionen für "kat":

  1. hatelijke opmerking1
    • ik kréég toch een kat van hem!1
  2. klein huisdier dat miauwt1
    • de kat lag op de bank te slapen1