Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Niederländisch ->übersetze flexibel

Synonyms for "flexibel" in Niederländisch

Übersicht

Niederländisch Synonyms: mehr Daten

flexibel:
- flexibel; soepel; buigbaar; buigzaam; meegaand

Niederländisch

Detailed Synonyms for flexibel in Niederländisch

flexibel:

flexibel Adjektiv

flexibel
flexibel; soepel; buigbaar
- flexibel Adjektiv
- soepel Adjektiv
- buigbaar Adjektiv
flexibel
buigzaam; flexibel; meegaand; soepel
- buigzaam Adjektiv
- flexibel Adjektiv
- meegaand Adjektiv
- soepel Adjektiv
flexibel

– je kunt het buigen en van vorm veranderen ¹
flexibel; soepel
– je kunt het buigen en van vorm veranderen ¹
- flexibel Adjektiv
  - rubber is flexibel materiaal¹
- soepel Adjektiv
  - rubber is een soepel materiaal¹

Verwandte Wörter für "flexibel":

flexibeler, flexibelere, flexibelst, flexibelste, flexibele

Alternate Synonyms for "flexibel":

soepel

Antonyme für "flexibel":

stijf

Verwandte Definitionen für "flexibel":

je kunt het buigen en van vorm veranderen¹
- rubber is flexibel materiaal¹

¹Muiswerk Woordenboek