Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Niederländisch ->übersetze aansturen op

Synonyms for "aansturen op" in Niederländisch

Übersicht

Niederländisch Synonyms: mehr Daten

aansturen op:
- aansturen op; afstevenen op; afvaren op; afstomen op; aanhouden op; viseren; doel beogen
- streven; pogen; beogen; ambitie; aspiratie; azen; aansturen op; doel; intentie; trachten; streven naar

Niederländisch

Detailed Synonyms for aansturen op in Niederländisch

aansturen op:

aansturen op Verb

aansturen op
aansturen op; afstevenen op; afvaren op; afstomen op; aanhouden op
- aansturen op Verb
- afstevenen op Verb
- afvaren op Verb
- afstomen op Verb
- aanhouden op Verb (houd aan op, houdt aan op, hield aan op, hielden aan op, aangehouden op)
aansturen op
viseren; doel beogen; aansturen op
- viseren Verb (viseer, viseert, viseerde, viseerden, geviseerd)
- doel beogen Verb
- aansturen op Verb

aansturen op [znw.] Nomen

aansturen op
het streven; pogen; beogen; de ambitie; de aspiratie; het azen; aansturen op; het doel; de intentie; trachten; streven naar
- streven [het ~] Nomen
- pogen [znw.] Nomen
- beogen [znw.] Nomen
- ambitie [de ~ (v)] Nomen
- aspiratie [de ~ (v)] Nomen
- azen [het ~] Nomen
- aansturen op [znw.] Nomen
- doel [het ~] Nomen
- intentie [de ~ (v)] Nomen
- trachten [znw.] Nomen
- streven naar [znw.] Nomen

Related Synonyms for aansturen op

aansturen
op