Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. wegslijpen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für wegslijpen (Niederländisch) ins Französisch

wegslijpen:

wegslijpen [znw.] Nomen

  1. wegslijpen (slijpen)
    le polissage; le meulage

wegslijpen Verb (slijp weg, slijpt weg, sleep weg, slepen weg, weggeslepen)

  1. wegslijpen (uitslijpen)
    polir
    • polir Verb (polis, polit, polissons, polissez, )

Konjugationen für wegslijpen:

o.t.t.
  1. slijp weg
  2. slijpt weg
  3. slijpt weg
  4. slijpen weg
  5. slijpen weg
  6. slijpen weg
o.v.t.
  1. sleep weg
  2. sleep weg
  3. sleep weg
  4. slepen weg
  5. slepen weg
  6. slepen weg
v.t.t.
  1. heb weggeslepen
  2. hebt weggeslepen
  3. heeft weggeslepen
  4. hebben weggeslepen
  5. hebben weggeslepen
  6. hebben weggeslepen
v.v.t.
  1. had weggeslepen
  2. had weggeslepen
  3. had weggeslepen
  4. hadden weggeslepen
  5. hadden weggeslepen
  6. hadden weggeslepen
o.t.t.t.
  1. zal wegslijpen
  2. zult wegslijpen
  3. zal wegslijpen
  4. zullen wegslijpen
  5. zullen wegslijpen
  6. zullen wegslijpen
o.v.t.t.
  1. zou wegslijpen
  2. zou wegslijpen
  3. zou wegslijpen
  4. zouden wegslijpen
  5. zouden wegslijpen
  6. zouden wegslijpen
diversen
  1. slijp weg!
  2. slijpt weg!
  3. weggeslepen
  4. wegslijpend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für wegslijpen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
meulage slijpen; wegslijpen
polissage slijpen; wegslijpen
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
polir uitslijpen; wegslijpen aanzetten; afschuren; effenen; egaliseren; gelijkmaken; gladmaken; gladwrijven; polijsten; politoeren; raspen; schaven; scherpen; schuren; slijpen; wetten