Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. uitschrijven:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für uitschrijven (Niederländisch) ins Französisch

uitschrijven:

uitschrijven Verb (schrijf uit, schrijft uit, schreef uit, schreven uit, uitgeschreven)

  1. uitschrijven
    transcrire
    • transcrire Verb (transcris, transcrit, transcrivons, transcrivez, )

Konjugationen für uitschrijven:

o.t.t.
  1. schrijf uit
  2. schrijft uit
  3. schrijft uit
  4. schrijven uit
  5. schrijven uit
  6. schrijven uit
o.v.t.
  1. schreef uit
  2. schreef uit
  3. schreef uit
  4. schreven uit
  5. schreven uit
  6. schreven uit
v.t.t.
  1. heb uitgeschreven
  2. hebt uitgeschreven
  3. heeft uitgeschreven
  4. hebben uitgeschreven
  5. hebben uitgeschreven
  6. hebben uitgeschreven
v.v.t.
  1. had uitgeschreven
  2. had uitgeschreven
  3. had uitgeschreven
  4. hadden uitgeschreven
  5. hadden uitgeschreven
  6. hadden uitgeschreven
o.t.t.t.
  1. zal uitschrijven
  2. zult uitschrijven
  3. zal uitschrijven
  4. zullen uitschrijven
  5. zullen uitschrijven
  6. zullen uitschrijven
o.v.t.t.
  1. zou uitschrijven
  2. zou uitschrijven
  3. zou uitschrijven
  4. zouden uitschrijven
  5. zouden uitschrijven
  6. zouden uitschrijven
en verder
  1. ben uitgeschreven
  2. bent uitgeschreven
  3. is uitgeschreven
  4. zijn uitgeschreven
  5. zijn uitgeschreven
  6. zijn uitgeschreven
diversen
  1. schrijf uit!
  2. schrijft uit!
  3. uitgeschreven
  4. uitschrijvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

uitschrijven [znw.] Nomen

  1. uitschrijven
    la transcription; la mise à l'écrit

Übersetzung Matrix für uitschrijven:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
mise à l'écrit uitschrijven
transcription uitschrijven afschrift; kopie; transcript; transcriptie
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
transcrire uitschrijven deponeren; geld overmaken; overboeken; overschrijven; overzenden; storten