Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. terugzetten:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für terugzetten (Niederländisch) ins Französisch

terugzetten:

terugzetten Verb (zet terug, zette terug, zetten terug, teruggezet)

  1. terugzetten (degraderen; in rang verlagen; achteruitzetten; terugplaatsen)
    dégrader; replacer; remettre en place; destituer; rétrograder
    • dégrader Verb (dégrade, dégrades, dégradons, dégradez, )
    • replacer Verb (replace, replaces, replaçons, replacez, )
    • destituer Verb (destitue, destitues, destituons, destituez, )
    • rétrograder Verb (rétrograde, rétrogrades, rétrogradons, rétrogradez, )
  2. terugzetten (terugleggen; terugplaatsen)
    remettre; remettre en place; replacer
    • remettre Verb (remets, remet, remettons, remettez, )
    • replacer Verb (replace, replaces, replaçons, replacez, )
  3. terugzetten
    restaurer
    • restaurer Verb (restaure, restaures, restaurons, restaurez, )

Konjugationen für terugzetten:

o.t.t.
  1. zet terug
  2. zet terug
  3. zet terug
  4. zetten terug
  5. zetten terug
  6. zetten terug
o.v.t.
  1. zette terug
  2. zette terug
  3. zette terug
  4. zetten terug
  5. zetten terug
  6. zetten terug
v.t.t.
  1. heb teruggezet
  2. hebt teruggezet
  3. heeft teruggezet
  4. hebben teruggezet
  5. hebben teruggezet
  6. hebben teruggezet
v.v.t.
  1. had teruggezet
  2. had teruggezet
  3. had teruggezet
  4. hadden teruggezet
  5. hadden teruggezet
  6. hadden teruggezet
o.t.t.t.
  1. zal terugzetten
  2. zult terugzetten
  3. zal terugzetten
  4. zullen terugzetten
  5. zullen terugzetten
  6. zullen terugzetten
o.v.t.t.
  1. zou terugzetten
  2. zou terugzetten
  3. zou terugzetten
  4. zouden terugzetten
  5. zouden terugzetten
  6. zouden terugzetten
en verder
  1. ben teruggezet
  2. bent teruggezet
  3. is teruggezet
  4. zijn teruggezet
  5. zijn teruggezet
  6. zijn teruggezet
diversen
  1. zet terug!
  2. zett terug!
  3. teruggezet
  4. terugzettend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für terugzetten:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
destituer achteruitzetten; degraderen; in rang verlagen; terugplaatsen; terugzetten ontzetten; uit de macht ontzetten
dégrader achteruitzetten; degraderen; in rang verlagen; terugplaatsen; terugzetten bederven; in de war sturen; nekken; ruïneren; verzieken
remettre terugleggen; terugplaatsen; terugzetten aangeven; aanreiken; afgeven; aflossen; bijschenken; bijtanken; bijvullen; distribueren; doorgeven; geven; inleveren; leveren; overgeven; overhandigen; overleveren; reiken; remplaceren; restitueren; retourneren; ronddelen; schenken; terugbezorgen; terugbrengen; teruggeven; terugzenden; toesteken; uitreiken; verdagen; verdelen; verder reiken; verlenen; vernieuwen; verstrekken; versturen; vervangen; verwisselen; zenden
remettre en place achteruitzetten; degraderen; in rang verlagen; terugleggen; terugplaatsen; terugzetten aflossen; inschuiven; naar elkaar toe schuiven; remplaceren; vernieuwen; vervangen; verwisselen
replacer achteruitzetten; degraderen; in rang verlagen; terugleggen; terugplaatsen; terugzetten aflossen; herbenoemen; herkiezen; herplaatsen; opnieuw benoemen; remplaceren; vernieuwen; vervangen; verwisselen
restaurer terugzetten fiksen; goedmaken; herstellen; in goede staat brengen; innoveren; maken; opknappen; rechtzetten; renoveren; repareren; restaureren; terugdraaien; terugkeren; wederopbouwen
rétrograder achteruitzetten; degraderen; in rang verlagen; terugplaatsen; terugzetten

Wiktionary Übersetzungen für terugzetten:

terugzetten
verb
  1. Faire avancer vite, accélérer.
  2. Traductions à trier suivant le sens.
noun
  1. Action de remettre