Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. sleuren:
  2. sleur:


Niederländisch

Detailübersetzungen für sleuren (Niederländisch) ins Französisch

sleuren:

sleuren Verb (sleur, sleurt, sleurde, sleurden, gesleurd)

  1. sleuren
    traîner; tirer
    • traîner Verb (traîne, traînes, traînons, traînez, )
    • tirer Verb (tire, tires, tirons, tirez, )

Konjugationen für sleuren:

o.t.t.
  1. sleur
  2. sleurt
  3. sleurt
  4. sleuren
  5. sleuren
  6. sleuren
o.v.t.
  1. sleurde
  2. sleurde
  3. sleurde
  4. sleurden
  5. sleurden
  6. sleurden
v.t.t.
  1. heb gesleurd
  2. hebt gesleurd
  3. heeft gesleurd
  4. hebben gesleurd
  5. hebben gesleurd
  6. hebben gesleurd
v.v.t.
  1. had gesleurd
  2. had gesleurd
  3. had gesleurd
  4. hadden gesleurd
  5. hadden gesleurd
  6. hadden gesleurd
o.t.t.t.
  1. zal sleuren
  2. zult sleuren
  3. zal sleuren
  4. zullen sleuren
  5. zullen sleuren
  6. zullen sleuren
o.v.t.t.
  1. zou sleuren
  2. zou sleuren
  3. zou sleuren
  4. zouden sleuren
  5. zouden sleuren
  6. zouden sleuren
en verder
  1. ben gesleurd
  2. bent gesleurd
  3. is gesleurd
  4. zijn gesleurd
  5. zijn gesleurd
  6. zijn gesleurd
diversen
  1. sleur!
  2. sleurt!
  3. gesleurd
  4. sleurend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für sleuren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
tirer sleuren aantrekken; afschieten; aftrekken; afvuren; dichttrekken; getallen van elkaar aftrekken; naar beneden schieten; neerhalen; neersabelen; omhoogtrekken; opentrekken; prenten; schieten; schoten lossen; trekken; van het lijf trekken; voorttrekken; vuren; zich omhoogtrekken; zich optrekken aan
traîner sleuren aanslepen; aarzelen; dralen; drentelen; dubben; flaneren; gebukt gaan onder; lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen; rondlopen; rondlummelen; rondslenteren; rondslingeren; rondwandelen; sjouwen; slenteren; slepen; slingeren; talmen; teuten; torsen; trekken; treuzelen; verdwaald zijn; versjouwen; verslepen; voorttrekken; weifelen; zeulen

Verwandte Wörter für "sleuren":


sleuren form of sleur:

sleur [de ~ (m)] Nomen

  1. de sleur
    le train-train; la routine

Übersetzung Matrix für sleur:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
routine sleur ervaring; praktijk; routine
train-train sleur kuiergang; slentergang; slentergangetje

Verwandte Wörter für "sleur":