Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. raadplegen:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für raadplegen (Niederländisch) ins Französisch

raadplegen:

raadplegen Verb (raadpleeg, raadpleegt, raadpleegde, raadpleegden, geraadpleegd)

  1. raadplegen (consulteren)
    consulter; demander conseil à
    • consulter Verb (consulte, consultes, consultons, consultez, )

Konjugationen für raadplegen:

o.t.t.
  1. raadpleeg
  2. raadpleegt
  3. raadpleegt
  4. raadplegen
  5. raadplegen
  6. raadplegen
o.v.t.
  1. raadpleegde
  2. raadpleegde
  3. raadpleegde
  4. raadpleegden
  5. raadpleegden
  6. raadpleegden
v.t.t.
  1. heb geraadpleegd
  2. hebt geraadpleegd
  3. heeft geraadpleegd
  4. hebben geraadpleegd
  5. hebben geraadpleegd
  6. hebben geraadpleegd
v.v.t.
  1. had geraadpleegd
  2. had geraadpleegd
  3. had geraadpleegd
  4. hadden geraadpleegd
  5. hadden geraadpleegd
  6. hadden geraadpleegd
o.t.t.t.
  1. zal raadplegen
  2. zult raadplegen
  3. zal raadplegen
  4. zullen raadplegen
  5. zullen raadplegen
  6. zullen raadplegen
o.v.t.t.
  1. zou raadplegen
  2. zou raadplegen
  3. zou raadplegen
  4. zouden raadplegen
  5. zouden raadplegen
  6. zouden raadplegen
en verder
  1. ben geraadpleegd
  2. bent geraadpleegd
  3. is geraadpleegd
  4. zijn geraadpleegd
  5. zijn geraadpleegd
  6. zijn geraadpleegd
diversen
  1. raadpleeg!
  2. raadpleegt!
  3. geraadpleegd
  4. raadplegend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für raadplegen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
consulter consulteren; raadplegen aankomen; bezoeken; inlopen; langskomen; naslaan; op bezoek komen; opzoeken; ruggespraak houden; voorbijkomen
demander conseil à consulteren; raadplegen

Wiktionary Übersetzungen für raadplegen:

raadplegen
verb
  1. een bron van informatie of ervaring aanspeken
raadplegen