Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. protegeren:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für protegeren (Niederländisch) ins Französisch

protegeren:

protegeren Verb (protegeer, protegeert, protegeerde, protegeerden, geprotegeerd)

  1. protegeren
    protéger
    • protéger Verb (protège, protèges, protégeons, protégez, )

Konjugationen für protegeren:

o.t.t.
  1. protegeer
  2. protegeert
  3. protegeert
  4. protegeren
  5. protegeren
  6. protegeren
o.v.t.
  1. protegeerde
  2. protegeerde
  3. protegeerde
  4. protegeerden
  5. protegeerden
  6. protegeerden
v.t.t.
  1. ben geprotegeerd
  2. bent geprotegeerd
  3. is geprotegeerd
  4. zijn geprotegeerd
  5. zijn geprotegeerd
  6. zijn geprotegeerd
v.v.t.
  1. was geprotegeerd
  2. was geprotegeerd
  3. was geprotegeerd
  4. waren geprotegeerd
  5. waren geprotegeerd
  6. waren geprotegeerd
o.t.t.t.
  1. zal protegeren
  2. zult protegeren
  3. zal protegeren
  4. zullen protegeren
  5. zullen protegeren
  6. zullen protegeren
o.v.t.t.
  1. zou protegeren
  2. zou protegeren
  3. zou protegeren
  4. zouden protegeren
  5. zouden protegeren
  6. zouden protegeren
en verder
  1. heb geprotegeerd
  2. hebt geprotegeerd
  3. heeft geprotegeerd
  4. hebben geprotegeerd
  5. hebben geprotegeerd
  6. hebben geprotegeerd
diversen
  1. protegeer!
  2. protegeert!
  3. geprotegeerd
  4. protegerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für protegeren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
protéger protegeren afdekken; afschermen; afschutten; behoeden; behouden; beschermen; bescherming bieden; bescherming zoeken; beschutten; beveiligen; in bescherming nemen; van alarm voorzien; verdedigen; vrijwaren; waken; waken over

Wiktionary Übersetzungen für protegeren:

protegeren