Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. obscuur:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für obscuur (Niederländisch) ins Französisch

obscuur:

obscuur Adjektiv

  1. obscuur (donker; verdacht; dubieus; )
    obscur; douteux; méchant; vil; ignoble; visqueux; mauvais; sinistre; lugubre; obscurément; louche; douteusement

Übersetzung Matrix für obscuur:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
louche lepel; opscheplepel
méchant eikel; hond; klootzak; lul; schobbejak; schoelje; schoft; smeerlap; stouterd
sinistre catastrofe; ramp; schadegeval
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
douteusement donker; dubieus; duister; glibberig; obscuur; onguur; verdacht bedenkelijk; betwist; discutabel; dubieus; kwestieus; omstreden; twijfelachtig; verdacht
douteux donker; dubieus; duister; glibberig; obscuur; onguur; verdacht bedenkelijk; bedoezeld; betwist; discutabel; dubieus; duister; groezelig; kwestieus; louche; morsig; niet zeker; omstreden; onbetrouwbaar; ongewis; onguur; onvast; ranzig; slonzig; slordig; smerig; smoezelig; twijfelachtig; verdacht; vies; viezig; voddig; vuil; vunzig
ignoble donker; dubieus; duister; glibberig; obscuur; onguur; verdacht banaal; bedriegelijk; boefachtig; boosaardig; eerloos; gefingeerd; gemeen; gluiperig; grof; infaam; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; lomp; min; nagemaakt; onecht; onedel; onwaar; plat; platvloers; ploertig; schunnig; schurkachtig; slecht; triviaal; vals; vuig; vunzig
louche donker; dubieus; duister; glibberig; obscuur; onguur; verdacht akelig; duister; duivelachtig; duivels; eng; griezelig; kwaadaardig; louche; onbetrouwbaar; onduidelijk; onguur; sinister; verdacht; wollig
lugubre donker; dubieus; duister; glibberig; obscuur; onguur; verdacht akelig; beangstigend; dreigend; droefgeestig; duister; eng; griezelig; huiveringwekkend; luguber; macaber; melancholisch; naar; naargeestig; onheilspellend; sinister; somber; spookachtig
mauvais donker; dubieus; duister; glibberig; obscuur; onguur; verdacht arm; erg; ernstig; gemeen; giftig; inferieur; kwaadaardig; kwaadwillig; kwalijk; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; met slechte intentie; min; minderwaardig; niet lekker; niet smakelijk; ondermaats; ondeugdelijk; onedel; ongepast; onkies; onvertogen; slecht; snood; tweederangs; vals; van bedenkelijke aard; venijnig; verkeerd; zwak
méchant donker; dubieus; duister; glibberig; obscuur; onguur; verdacht achterbaks; banaal; bar slecht; bedriegelijk; doortrapt; duivelachtig; duivels; erg boosaardig; gefingeerd; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; giftig; gluiperig; grof; honds; kwaadaardig; kwaadwillig; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; leep; listig; lomp; met slechte intentie; min; nagemaakt; onecht; onedel; onwaar; pesterig; plat; platvloers; schunnig; serpentachtig; slecht; slinks; sluw; snood; stiekem; triviaal; uitgekookt; vals; venijnig; vunzig
obscur donker; dubieus; duister; glibberig; obscuur; onguur; verdacht boosaardig; complex; cryptisch; donker; dreigend; duister; gecompliceerd; geestelijk verward; geheimzinnig; huiveringwekkend; in de war; ingewikkeld; louche; luguber; mysterieus; onbetrouwbaar; ondersteboven; onduidelijk; onguur; onheilspellend; onoverzichtelijk; onthutst; onverlicht; raadselachtig; sinister; verdacht; verward; wollig
obscurément donker; dubieus; duister; glibberig; obscuur; onguur; verdacht donker; dreigend; duister; huiveringwekkend; louche; luguber; onbetrouwbaar; onguur; onheilspellend; onoverzichtelijk; onverlicht; sinister; verdacht
sinistre donker; dubieus; duister; glibberig; obscuur; onguur; verdacht akelig; beangstigend; dreigend; duister; eng; griezelig; huiveringwekkend; ijselijk; ijzingwekkend; luguber; macaber; naargeestig; onheilspellend; sinister; somber; spookachtig; triest; troosteloos; zwaarmoedig
vil donker; dubieus; duister; glibberig; obscuur; onguur; verdacht achterbaks; banaal; bedriegelijk; doortrapt; gefingeerd; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; grof; kwalijk; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; leep; listig; lomp; min; nagemaakt; onecht; onedel; onwaar; plat; platvloers; schunnig; slecht; slinks; sluw; snood; stiekem; triviaal; uitgekookt; vals; vuig; vunzig
visqueux donker; dubieus; duister; glibberig; obscuur; onguur; verdacht dik vloeibaar; dikvloeibaar; flemerig; flikflooierig; klef; kleverig; plakkerig; slijmerig; slijmig; stroopachtig; stroperig; taai-vloeibaar; viskeus

Verwandte Wörter für "obscuur":

  • obscure

Wiktionary Übersetzungen für obscuur:

obscuur
adjective
  1. Où il y a peu, où il n’y a pas de lumière.