Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. ingewikkeld:
  2. inwikkelen:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für ingewikkeld (Niederländisch) ins Französisch

ingewikkeld:

ingewikkeld Adjektiv

  1. ingewikkeld (gecompliceerd; complex)
    complexe; compliqué; embrouillé; sophistiqué; confus; obscur; brouillon
  2. ingewikkeld (gewikkeld in)
    emballé; enroulé

Übersetzung Matrix für ingewikkeld:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
brouillon aantekening; briefje; broddelwerk; concept; geflikflooi; geklooi; gekreukt papiertje; gerommel; gerotzooi; kattebelletje; klad; kladbriefje; kladje; kladschrift; kladwerk; knoeiwerk; knutselwerk; krabbel; krabbelbriefje; noot; notitie; opschrijving; proefversie; prutswerk; schrijfsel
complexe gebouwencomplex
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
- lastig; moeilijk
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
brouillon complex; gecompliceerd; ingewikkeld geestelijk verward; in de war; ondersteboven; onthutst; verward
complexe complex; gecompliceerd; ingewikkeld geestelijk verward; in de war; ondersteboven; onthutst; samengesteld; verward
compliqué complex; gecompliceerd; ingewikkeld geestelijk verward; in de war; kritisch; lastig; moeilijk; niet makkelijk; ondersteboven; ongemakkelijk; onoverzichtelijk; onthutst; problematisch; samengesteld; verward; zwaar
confus complex; gecompliceerd; ingewikkeld bedremmeld; door elkaar heen; gedempt; geestelijk verward; halfluid; in de war; ondersteboven; onduidelijk; ongeregeld; onordelijk; onthutst; ordeloos; rommelig; slordig; verward; wanordelijk; warrig; wollig
emballé gewikkeld in; ingewikkeld op hol geslagen
embrouillé complex; gecompliceerd; ingewikkeld diffuus; door elkaar heen; geestelijk verward; in de war; ondersteboven; onthutst; vaag waarneembaar; verward; warrig
enroulé gewikkeld in; ingewikkeld
obscur complex; gecompliceerd; ingewikkeld boosaardig; cryptisch; donker; dreigend; dubieus; duister; geestelijk verward; geheimzinnig; glibberig; huiveringwekkend; in de war; louche; luguber; mysterieus; obscuur; onbetrouwbaar; ondersteboven; onduidelijk; onguur; onheilspellend; onoverzichtelijk; onthutst; onverlicht; raadselachtig; sinister; verdacht; verward; wollig
sophistiqué complex; gecompliceerd; ingewikkeld geestelijk verward; in de war; ondersteboven; onthutst; verward

Verwandte Wörter für "ingewikkeld":

  • ingewikkeldheid, ingewikkelder, ingewikkeldere, ingewikkeldst, ingewikkeldste

Synonyms for "ingewikkeld":


Antonyme für "ingewikkeld":


Verwandte Definitionen für "ingewikkeld":

  1. het zit zo in elkaar dat je het moeilijk kunt snappen1
    • de stof heeft een ingewikkeld patroon1
  2. wat veel inspanning kost om te doen1
    • goed bouwen is erg ingewikkeld1

Wiktionary Übersetzungen für ingewikkeld:

ingewikkeld
Cross Translation:
FromToVia
ingewikkeld complexe complex — intricate
ingewikkeld complexe complex — not simple or straightforward
ingewikkeld compliqué; alambiqué complicated — difficult or convoluted
ingewikkeld compliqué; tortueux intricate — having a great deal of fine detail or complexity

inwikkelen:

inwikkelen Verb (wikkel in, wikkelt in, wikkelde in, wikkelden in, ingewikkeld)

  1. inwikkelen (verpakken; emballeren; inpakken)
    emballer; empaqueter; faire ses malles; faire un paquet de; couvrir; cartonner; recouvrir; envelopper
    • emballer Verb (emballe, emballes, emballons, emballez, )
    • empaqueter Verb (empaquette, empaquettes, empaquetons, empaquetez, )
    • couvrir Verb (couvre, couvres, couvrons, couvrez, )
    • cartonner Verb (cartonne, cartonnes, cartonnons, cartonnez, )
    • recouvrir Verb (recouvre, recouvres, recouvrons, recouvrez, )
    • envelopper Verb (enveloppe, enveloppes, enveloppons, enveloppez, )

Konjugationen für inwikkelen:

o.t.t.
  1. wikkel in
  2. wikkelt in
  3. wikkelt in
  4. wikkelen in
  5. wikkelen in
  6. wikkelen in
o.v.t.
  1. wikkelde in
  2. wikkelde in
  3. wikkelde in
  4. wikkelden in
  5. wikkelden in
  6. wikkelden in
v.t.t.
  1. heb ingewikkeld
  2. hebt ingewikkeld
  3. heeft ingewikkeld
  4. hebben ingewikkeld
  5. hebben ingewikkeld
  6. hebben ingewikkeld
v.v.t.
  1. had ingewikkeld
  2. had ingewikkeld
  3. had ingewikkeld
  4. hadden ingewikkeld
  5. hadden ingewikkeld
  6. hadden ingewikkeld
o.t.t.t.
  1. zal inwikkelen
  2. zult inwikkelen
  3. zal inwikkelen
  4. zullen inwikkelen
  5. zullen inwikkelen
  6. zullen inwikkelen
o.v.t.t.
  1. zou inwikkelen
  2. zou inwikkelen
  3. zou inwikkelen
  4. zouden inwikkelen
  5. zouden inwikkelen
  6. zouden inwikkelen
en verder
  1. ben ingewikkeld
  2. bent ingewikkeld
  3. is ingewikkeld
  4. zijn ingewikkeld
  5. zijn ingewikkeld
  6. zijn ingewikkeld
diversen
  1. wikkel in!
  2. wikkelt in!
  3. ingewikkeld
  4. inwikkelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für inwikkelen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
cartonner emballeren; inpakken; inwikkelen; verpakken kartonneren
couvrir emballeren; inpakken; inwikkelen; verpakken afdekken; afschermen; afschutten; bedekken; begroeien; bekleden; bemantelen; berichten; beschermen; beschutten; bestrijken; bestrooien; bezaaien; blinderen; compenseren; dekken; goedmaken; hullen; informeren; inhullen; kaften; maskeren; meedelen; melden; met gespannen voorwerp omsluiten; omhullen; omspannen; overkappen; overspannen; overtrekken; overwelven; rapporteren; stofferen; tijd in beslag nemen; van bekleding voorzien; vergoeden; verhullen; verslag uitbrengen; versluieren
emballer emballeren; inpakken; inwikkelen; verpakken emballeren; inpakken; kartonneren; omwikkelen; wikkelen
empaqueter emballeren; inpakken; inwikkelen; verpakken kartonneren
envelopper emballeren; inpakken; inwikkelen; verpakken bedekken; bemantelen; beperken; bijsluiten; bijvoegen; emballeren; hullen; indammen; inhullen; inkapselen; inkleden; inpakken; inpalmen; inperken; insluiten; limiteren; maskeren; om het lijf binden; ombinden; omcirkelen; omhullen; omsingelen; omsluiten; omwikkelen; omwinden; toevoegen; van afsluitende laag voorzien; verhullen; versluieren; wikkelen
faire ses malles emballeren; inpakken; inwikkelen; verpakken
faire un paquet de emballeren; inpakken; inwikkelen; verpakken
recouvrir emballeren; inpakken; inwikkelen; verpakken bedekken; bekleden; dekken; overdekken; overkappen; overtrekken; overwelven; stofferen; van bekleding voorzien

Wiktionary Übersetzungen für inwikkelen:


Cross Translation:
FromToVia
inwikkelen emmailloter; langer swaddle — to bind a baby

Verwandte Übersetzungen für ingewikkeld