Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. inbouwen:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für inbouwen (Niederländisch) ins Französisch

inbouwen:

inbouwen Verb (bouw in, bouwt in, bouwde in, bouwden in, ingebouwd)

  1. inbouwen
    insérer; incorporer
    • insérer Verb (insère, insères, insérons, insérez, )
    • incorporer Verb (incorpore, incorpores, incorporons, incorporez, )

Konjugationen für inbouwen:

o.t.t.
  1. bouw in
  2. bouwt in
  3. bouwt in
  4. bouwen in
  5. bouwen in
  6. bouwen in
o.v.t.
  1. bouwde in
  2. bouwde in
  3. bouwde in
  4. bouwden in
  5. bouwden in
  6. bouwden in
v.t.t.
  1. heb ingebouwd
  2. hebt ingebouwd
  3. heeft ingebouwd
  4. hebben ingebouwd
  5. hebben ingebouwd
  6. hebben ingebouwd
v.v.t.
  1. had ingebouwd
  2. had ingebouwd
  3. had ingebouwd
  4. hadden ingebouwd
  5. hadden ingebouwd
  6. hadden ingebouwd
o.t.t.t.
  1. zal inbouwen
  2. zult inbouwen
  3. zal inbouwen
  4. zullen inbouwen
  5. zullen inbouwen
  6. zullen inbouwen
o.v.t.t.
  1. zou inbouwen
  2. zou inbouwen
  3. zou inbouwen
  4. zouden inbouwen
  5. zouden inbouwen
  6. zouden inbouwen
en verder
  1. is ingebouwd
diversen
  1. bouw in!
  2. bouwt in!
  3. ingebouwd
  4. inbouwend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für inbouwen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
incorporer inbouwen aanvullen; absorberen; completeren; inbrengen; incorporeren; inlijven; insluiten; invoegen; ontgroenen; opnemen; opnemen in groter geheel; opslorpen; opslurpen; toevoegen; voltallig maken
insérer inbouwen bijdoen; bijsluiten; bijvoegen; bijzetten; erbij voegen; inbedden; inbrengen; inlassen; inleggen; inpassen; invoegen; neerleggen; neerzetten; onderuit halen; passen in; plaatsen; toevoegen; tussen zetten; tussenleggen; zetten

Wiktionary Übersetzungen für inbouwen:


Cross Translation:
FromToVia
inbouwen incorporer incorporate — include as a part or ingredient