Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. genoot:
  2. genieten:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für genoot (Niederländisch) ins Französisch

genoot:

genoot [de ~ (m)] Nomen

  1. de genoot
    le pote; le copain; l'ami

Übersetzung Matrix für genoot:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
ami genoot boezemvriend; compaan; compagnon; gabber; geestverwant; gelijkgestemde; gelijkgezinde; gezel; hartsvriend; kameraad; kameraadje; kompaan; kornuit; maat; maatje; makker; pal; partner; spitsbroeder; vriend; vriendje
copain genoot compaan; compagnon; gabber; gabbertje; gezel; hartsvriendin; kameraad; kameraadje; kompaan; kornuit; maat; maatje; makker; makkertje; pal; partner; spitsbroeder; vriend; vriendin; vriendje
pote genoot gabber; kameraad; kameraadje; kompaan; maat; maatje; makker; pal; vriend; vriendje
Not SpecifiedVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
ami vriend
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
ami bevriend

Wiktionary Übersetzungen für genoot:


Cross Translation:
FromToVia
genoot compagnon; copain; compère; camarade Genosse — jemand, der eine andere Person durch bestimmte Lebensbereiche oder Unternehmungen begleitet

genieten:

genieten Verb (geniet, genoot, genoten, genoten)

  1. genieten (genot hebben van; amuseren)
    – er plezier aan beleven 1
    jouir de; amuser; savourer; jouir; se régaler
    • jouir de Verb
    • amuser Verb (amuse, amuses, amusons, amusez, )
    • savourer Verb (savoure, savoures, savourons, savourez, )
    • jouir Verb (jouis, jouit, jouissons, jouissez, )

Konjugationen für genieten:

o.t.t.
  1. geniet
  2. geniet
  3. geniet
  4. genieten
  5. genieten
  6. genieten
o.v.t.
  1. genoot
  2. genoot
  3. genoot
  4. genoten
  5. genoten
  6. genoten
v.t.t.
  1. heb genoten
  2. hebt genoten
  3. heeft genoten
  4. hebben genoten
  5. hebben genoten
  6. hebben genoten
v.v.t.
  1. had genoten
  2. had genoten
  3. had genoten
  4. hadden genoten
  5. hadden genoten
  6. hadden genoten
o.t.t.t.
  1. zal genieten
  2. zult genieten
  3. zal genieten
  4. zullen genieten
  5. zullen genieten
  6. zullen genieten
o.v.t.t.
  1. zou genieten
  2. zou genieten
  3. zou genieten
  4. zouden genieten
  5. zouden genieten
  6. zouden genieten
diversen
  1. geniet!
  2. geniet!
  3. genoten
  4. genietend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

genieten [znw.] Nomen

  1. genieten (genot; geneugte)
    – er plezier aan beleven 1
    la jouissance; le plaisir; la délectation

Übersetzung Matrix für genieten:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
délectation geneugte; genieten; genot
jouissance geneugte; genieten; genot deelgerechtigdheid
plaisir geneugte; genieten; genot aardigheid; amusement; animo; belangstelling; blijheid; blijmoedigheid; content; drift; fascinatie; geboeidheid; gein; genoegen; genot; interesse; jolijt; jool; keet; keurigheid; leut; lol; lust; netheid; onberispelijkheid; opgeruimdheid; opgewektheid; ordelijkheid; plezier; pret; pretmakerij; properheid; seksuele begeerte; smetteloosheid; tevredenheid; vermaak; vermakelijkheid; verstrooiing; vertier; vreugde; vrolijkheid; welgevallen; zin
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
amuser amuseren; genieten; genot hebben van aanstaan; believen; goeddunken; verlustigen
jouir amuseren; genieten; genot hebben van eindigen; genoegen smaken; lekker eten; savoureren; smikkelen; smullen; voltooien
jouir de amuseren; genieten; genot hebben van aanstaan; believen; goeddunken; lekker eten; savoureren; smikkelen; smullen; smullen van
savourer amuseren; genieten; genot hebben van bikken; bunkeren; consumeren; eten; genieten van; kluiven; knauwen; lekker eten; naar binnen werken; nuttigen; opeten; proeven; savoureren; schransen; schrokken; smaken; smikkelen; smullen; tegoed doen; tot zich nemen; verorberen; vreten; zitten proppen
se régaler amuseren; genieten; genot hebben van lekker eten; savoureren; smikkelen; smullen; smullen van

Antonyme für "genieten":


Verwandte Definitionen für "genieten":

  1. er plezier aan beleven1
    • we hebben erg genoten van die muziek1

Wiktionary Übersetzungen für genieten:

genieten