Niederländisch

Detailübersetzungen für gefingeerd (Niederländisch) ins Französisch

gefingeerd:

gefingeerd Adjektiv

  1. gefingeerd (onecht; bedriegelijk; vals; nagemaakt; onwaar)
    faux; perfide; fictif; faussement; vil; bas; méchant; feint; vulgaire; inventé; méprisable; rudement; supposé; perfidement; vulgairement; basse; ordinaire; vachement; ignoble; abject; ordinairement; bassement; ignoblement
  2. gefingeerd (fictief; denkbeeldig; verzonnen; bedacht)
    fictif; inventé; imaginé
  3. gefingeerd (fictief; denkbeeldig; geveinsd; aangenomen; verdicht)
    fictif; inventé; feint; d'emprunt

Übersetzung Matrix für gefingeerd:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bas kniekous; kous
basse bas; bromstem; contrabas
faux falsificatie; verkeerde; vervalsing; zeis
méchant eikel; hond; klootzak; lul; schobbejak; schoelje; schoft; smeerlap; stouterd
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
abject bedriegelijk; gefingeerd; nagemaakt; onecht; onwaar; vals banaal; laag; verachtelijk; vuig
bas bedriegelijk; gefingeerd; nagemaakt; onecht; onwaar; vals achterbaks; banaal; diep; doortrapt; gedempt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; grof; halfluid; laag; laag liggend; laag-bij-de-grond; laaghangend; laaghartig; leep; listig; lomp; niet hoog; onedel; plat; platvloers; ploertig; schunnig; slinks; sluw; snood; stiekem; triviaal; uitgekookt; vunzig
basse bedriegelijk; gefingeerd; nagemaakt; onecht; onwaar; vals banaal; gemeen; grof; laag; laag-bij-de-grond; laaghangend; laaghartig; lomp; onedel; plat; platvloers; ploertig; schunnig; triviaal; vunzig
bassement bedriegelijk; gefingeerd; nagemaakt; onecht; onwaar; vals achterbaks; banaal; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; grof; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; leep; listig; lomp; onedel; plat; platvloers; ploertig; schunnig; slinks; sluw; snood; stiekem; triviaal; uitgekookt; vunzig
d'emprunt aangenomen; denkbeeldig; fictief; gefingeerd; geveinsd; verdicht
faussement bedriegelijk; gefingeerd; nagemaakt; onecht; onwaar; vals ten onrechte; vals; valselijk
faux bedriegelijk; gefingeerd; nagemaakt; onecht; onwaar; vals achterbaks; bedrieglijk; ernaast; fout; foutief; gedwongen; geforceerd; gemaakt; gemaakte gevoelens; gemeen; geniepig; gluiperig; huichelachtig; illusoir; in het geniep; kunstmatig; kwaadwillig; met slechte intentie; mis; misleidend; niet echt; onaanvaardbaar; onacceptabel; ondergeschoven; onharmonisch; onjuist; onnatuurlijk; onoprecht; onwaar; onwaarachtig; slecht; snood; stiekem; ten onrechte; vals; verkeerd
feint aangenomen; bedriegelijk; denkbeeldig; fictief; gefingeerd; geveinsd; nagemaakt; onecht; onwaar; vals; verdicht geaffecteerd; gedwongen; geforceerd; gehuicheld; gekunsteld; gemaakt; gemaakte gevoelens; geveinsd; gewrongen; gezocht; huichelachtig; huichelend; kunstmatig; onnatuurlijk; onoprecht; veinzend; voorwendend
fictif aangenomen; bedacht; bedriegelijk; denkbeeldig; fictief; gefingeerd; geveinsd; nagemaakt; onecht; onwaar; vals; verdicht; verzonnen bedrieglijk; denkbeeldig; fantastisch; hypothetisch; illusoir; imaginair; ingebeeld; misleidend
ignoble bedriegelijk; gefingeerd; nagemaakt; onecht; onwaar; vals banaal; boefachtig; boosaardig; donker; dubieus; duister; eerloos; gemeen; glibberig; gluiperig; grof; infaam; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; lomp; min; obscuur; onedel; onguur; plat; platvloers; ploertig; schunnig; schurkachtig; slecht; triviaal; vals; verdacht; vuig; vunzig
ignoblement bedriegelijk; gefingeerd; nagemaakt; onecht; onwaar; vals banaal; boefachtig; boosaardig; gemeen; gluiperig; grof; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; lomp; onedel; plat; platvloers; schunnig; schurkachtig; triviaal; vals; vunzig
imaginé bedacht; denkbeeldig; fictief; gefingeerd; verzonnen bedacht; beoogd; gefabriceerd; uit de duim gezogen; voorgesteld
inventé aangenomen; bedacht; bedriegelijk; denkbeeldig; fictief; gefingeerd; geveinsd; nagemaakt; onecht; onwaar; vals; verdicht; verzonnen bedacht; gefabriceerd; gefantaseerd; uit de duim gezogen
méchant bedriegelijk; gefingeerd; nagemaakt; onecht; onwaar; vals achterbaks; banaal; bar slecht; donker; doortrapt; dubieus; duister; duivelachtig; duivels; erg boosaardig; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; giftig; glibberig; gluiperig; grof; honds; kwaadaardig; kwaadwillig; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; leep; listig; lomp; met slechte intentie; min; obscuur; onedel; onguur; pesterig; plat; platvloers; schunnig; serpentachtig; slecht; slinks; sluw; snood; stiekem; triviaal; uitgekookt; vals; venijnig; verdacht; vunzig
méprisable bedriegelijk; gefingeerd; nagemaakt; onecht; onwaar; vals arm; banaal; gemeen; grof; inferieur; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; lomp; minderwaardig; ondermaats; ondeugdelijk; onedel; plat; platvloers; schunnig; slecht; triviaal; tweederangs; verachtelijk; vuig; vunzig; zwak
ordinaire bedriegelijk; gefingeerd; nagemaakt; onecht; onwaar; vals alledaags; alledaagse; bescheiden; doodgewoon; eenvoudig; gangbaar; gebruikelijk; gemakkelijk; gemeen; gewoon; grof; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; licht; makkelijk; natuurlijk; nederig; niet moeilijk; niet voornaam; niets bijzonders; normaal; onedel; ongecompliceerd; ongekunsteld; ordinair; plat; platvloers; simpel; van eenvoudige komaf; vulgair
ordinairement bedriegelijk; gefingeerd; nagemaakt; onecht; onwaar; vals doorgaans; gemeen; gemeenlijk; gewoonlijk; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; meestal; merendeels; onedel; vaak; veelal; voor het grootste gedeelte
perfide bedriegelijk; gefingeerd; nagemaakt; onecht; onwaar; vals achterbaks; arglistig; doortrapt; duivelachtig; duivels; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; giftig; gluiperig; heimelijk; in het geheim; in het geniep; kwaadaardig; kwaadwillig; leep; link; listig; met slechte intentie; min; ontrouw; op steelse wijze; overspelig; perfide; slecht; slinks; sluw; snood; steels; steelsgewijze; stiekem; tersluiks; uitgekookt; vals; venijnig
perfidement bedriegelijk; gefingeerd; nagemaakt; onecht; onwaar; vals achterbaks; doortrapt; duivelachtig; duivels; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; heimelijk; in het geheim; in het geniep; kwaadaardig; leep; listig; ontrouw; op steelse wijze; overspelig; perfide; slinks; sluw; snood; steels; steelsgewijze; stiekem; tersluiks; uitgekookt
rudement bedriegelijk; gefingeerd; nagemaakt; onecht; onwaar; vals agressief; bot; gewelddadig; hard; hardhandig; kortaf; onverhoeds; onverwacht; onverwachts; onvoorzien; onzacht; ruw; zonder omhaal
supposé bedriegelijk; gefingeerd; nagemaakt; onecht; onwaar; vals gewaand; vermeend; verondersteld
vachement bedriegelijk; gefingeerd; nagemaakt; onecht; onwaar; vals gemeen; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; onedel; ontzettend; verschrikkelijk; vreselijk
vil bedriegelijk; gefingeerd; nagemaakt; onecht; onwaar; vals achterbaks; banaal; donker; doortrapt; dubieus; duister; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; glibberig; gluiperig; grof; kwalijk; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; leep; listig; lomp; min; obscuur; onedel; onguur; plat; platvloers; schunnig; slecht; slinks; sluw; snood; stiekem; triviaal; uitgekookt; vals; verdacht; vuig; vunzig
vulgaire bedriegelijk; gefingeerd; nagemaakt; onecht; onwaar; vals banaal; bot; grof; laag-bij-de-grond; lomp; onbehouwen; onbeschaafd; ongelikt; onopgevoed; ordinair; plat; platvloers; schofterig; schunnig; triviaal; volks; vulgair; vunzig
vulgairement bedriegelijk; gefingeerd; nagemaakt; onecht; onwaar; vals grof; ordinair; plat; platvloers; volks; vulgair

gefingeerd form of fingeren:

fingeren Verb (fingeer, fingeert, fingeerde, fingeerden, gefingeerd)

  1. fingeren (simuleren; veinzen; voorwenden)
    feindre; prétendre; simuler; prétexter; faire semblant; faire l'hypocrite
    • feindre Verb (feins, feint, feignons, feignez, )
    • prétendre Verb (prétends, prétend, prétendons, prétendez, )
    • simuler Verb (simule, simules, simulons, simulez, )
    • prétexter Verb (prétexte, prétextes, prétextons, prétextez, )

Konjugationen für fingeren:

o.t.t.
  1. fingeer
  2. fingeert
  3. fingeert
  4. fingeren
  5. fingeren
  6. fingeren
o.v.t.
  1. fingeerde
  2. fingeerde
  3. fingeerde
  4. fingeerden
  5. fingeerden
  6. fingeerden
v.t.t.
  1. heb gefingeerd
  2. hebt gefingeerd
  3. heeft gefingeerd
  4. hebben gefingeerd
  5. hebben gefingeerd
  6. hebben gefingeerd
v.v.t.
  1. had gefingeerd
  2. had gefingeerd
  3. had gefingeerd
  4. hadden gefingeerd
  5. hadden gefingeerd
  6. hadden gefingeerd
o.t.t.t.
  1. zal fingeren
  2. zult fingeren
  3. zal fingeren
  4. zullen fingeren
  5. zullen fingeren
  6. zullen fingeren
o.v.t.t.
  1. zou fingeren
  2. zou fingeren
  3. zou fingeren
  4. zouden fingeren
  5. zouden fingeren
  6. zouden fingeren
diversen
  1. fingeer!
  2. fingeert!
  3. gefingeerd
  4. fingerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für fingeren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
faire l'hypocrite fingeren; simuleren; veinzen; voorwenden femelen
faire semblant fingeren; simuleren; veinzen; voorwenden beweren; huichelen; pretenderen; stellen; verklaren; voorgeven
feindre fingeren; simuleren; veinzen; voorwenden acteren; beweren; doen alsof; dramatiseren; huichelen; iemand begunstigen; pretenderen; spelen; stellen; toneelspelen; verklaren; voorgeven; voorschuiven; voorspiegelen; voortrekken; zich aanstellen
prétendre fingeren; simuleren; veinzen; voorwenden beweren; huichelen; iemand begunstigen; pretenderen; stellen; verklaren; voorgeven; voorschuiven; voorspiegelen; voortrekken
prétexter fingeren; simuleren; veinzen; voorwenden beweren; huichelen; iemand begunstigen; pretenderen; stellen; verklaren; voorgeven; voorschuiven; voorspiegelen; voortrekken
simuler fingeren; simuleren; veinzen; voorwenden acteren; beweren; doen alsof; dramatiseren; huichelen; pretenderen; spelen; stellen; toneelspelen; verklaren; voorgeven; zich aanstellen

Wiktionary Übersetzungen für fingeren:

fingeren
Cross Translation:
FromToVia
fingeren feindre feign — to make a false copy