Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. comprimeren:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für comprimeren (Niederländisch) ins Französisch

comprimeren:

comprimeren Verb (comprimeer, comprimeert, comprimeerde, comprimeerden, gecomprimeerd)

  1. comprimeren (samenpersen; samendrukken)
    comprimer; serrer; compresser; presser; condenser
    • comprimer Verb (comprime, comprimes, comprimons, comprimez, )
    • serrer Verb (serre, serres, serrons, serrez, )
    • compresser Verb (compresse, compresses, compressons, compressez, )
    • presser Verb (presse, presses, pressons, pressez, )
    • condenser Verb (condense, condenses, condensons, condensez, )
  2. comprimeren
    archiver
    • archiver Verb (archive, archives, archivons, archivez, )
  3. comprimeren
    compresser
    • compresser Verb (compresse, compresses, compressons, compressez, )
  4. comprimeren

Konjugationen für comprimeren:

o.t.t.
  1. comprimeer
  2. comprimeert
  3. comprimeert
  4. comprimeren
  5. comprimeren
  6. comprimeren
o.v.t.
  1. comprimeerde
  2. comprimeerde
  3. comprimeerde
  4. comprimeerden
  5. comprimeerden
  6. comprimeerden
v.t.t.
  1. heb gecomprimeerd
  2. hebt gecomprimeerd
  3. heeft gecomprimeerd
  4. hebben gecomprimeerd
  5. hebben gecomprimeerd
  6. hebben gecomprimeerd
v.v.t.
  1. had gecomprimeerd
  2. had gecomprimeerd
  3. had gecomprimeerd
  4. hadden gecomprimeerd
  5. hadden gecomprimeerd
  6. hadden gecomprimeerd
o.t.t.t.
  1. zal comprimeren
  2. zult comprimeren
  3. zal comprimeren
  4. zullen comprimeren
  5. zullen comprimeren
  6. zullen comprimeren
o.v.t.t.
  1. zou comprimeren
  2. zou comprimeren
  3. zou comprimeren
  4. zouden comprimeren
  5. zouden comprimeren
  6. zouden comprimeren
en verder
  1. is gecomprimeerd
  2. zijn gecomprimeerd
diversen
  1. comprimeer!
  2. comprimeert!
  3. gecomprimeerd
  4. comprimerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für comprimeren:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
serrer aanschroeven; vastschroeven
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
archiver comprimeren archiveren; bewaren; inchecken; opbergen; opslaan
compacter comprimeren
compresser comprimeren; samendrukken; samenpersen fijndrukken; inpakken; klemmen; knellen; omklemmen; platdrukken; platmaken; pletten; strak zitten; vasthouden; vastklemmen; vastknellen
comprimer comprimeren; samendrukken; samenpersen fijndrukken; inpersen; insnoeren; kleiner maken; klemmen; knellen; omklemmen; platdrukken; platmaken; pletten; strak zitten; vasthouden; vastklemmen; vastknellen; verkleinen
condenser comprimeren; samendrukken; samenpersen condenseren
presser comprimeren; samendrukken; samenpersen aandringen; aandrukken; aanhouden; aanjagen; aanpoten; aansporen; aanzetten; accelereren; bespoedigen; dichtknijpen; drukken; haast maken; haasten; ijlen; inpersen; jachten; jagen; jakkeren; klemmen; knellen; leegknijpen; omklemmen; omwoelen; op iets aandringen; opdrijven; ophitsen; opjagen; opjutten; oppersen; overhaasten; persen; porren; reppen; spoeden; strak zitten; tot spoed aanzetten; uitdrukken; uitknijpen; uitpersen; vastdrukken; vastknijpen; verhaasten; versnellen; voortjagen; voortmaken; zich spoeden
serrer comprimeren; samendrukken; samenpersen aandraaien; aandrukken; aanschroeven; aantrekken; dichtdraaien; dichtknijpen; dichtschroeven; dichttrekken; door draaien vastmaken; drukken; klemmen; klemzetten; knellen; knuffelen; liefkozen; met gespannen voorwerp omsluiten; omklemmen; omspannen; oprekken; overspannen; rekken; schroeven; strak zitten; vastdraaien; vastdrukken; vasthouden; vastklemmen; vastknellen; vastknijpen; vastschroeven

Synonyms for "comprimeren":


Verwandte Definitionen für "comprimeren":

  1. er een kleiner geheel van maken1
    • de lucht wordt in de cilinder gecomprimeerd1

Wiktionary Übersetzungen für comprimeren:

comprimeren
verb
  1. samenpersen, compact maken

Cross Translation:
FromToVia
comprimeren comprimer compress — to press together into a smaller space
comprimeren compresser compress — to encode digital information into less bits