Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. bevoordelen:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für bevoordelen (Niederländisch) ins Französisch

bevoordelen:

bevoordelen Verb (bevoordeel, bevoordeelt, bevoordeelde, bevoordeelden, bevoordeeld)

  1. bevoordelen (voortrekken; begunstigen; voorschuiven)
    privilégier; avantager; favoriser; gratifier
    • privilégier Verb (privilégie, privilégies, privilégions, privilégiez, )
    • avantager Verb (avantage, avantages, avantageons, avantagez, )
    • favoriser Verb (favorise, favorises, favorisons, favorisez, )
    • gratifier Verb (gratifie, gratifies, gratifions, gratifiez, )

Konjugationen für bevoordelen:

o.t.t.
  1. bevoordeel
  2. bevoordeelt
  3. bevoordeelt
  4. bevoordelen
  5. bevoordelen
  6. bevoordelen
o.v.t.
  1. bevoordeelde
  2. bevoordeelde
  3. bevoordeelde
  4. bevoordeelden
  5. bevoordeelden
  6. bevoordeelden
v.t.t.
  1. heb bevoordeeld
  2. hebt bevoordeeld
  3. heeft bevoordeeld
  4. hebben bevoordeeld
  5. hebben bevoordeeld
  6. hebben bevoordeeld
v.v.t.
  1. had bevoordeeld
  2. had bevoordeeld
  3. had bevoordeeld
  4. hadden bevoordeeld
  5. hadden bevoordeeld
  6. hadden bevoordeeld
o.t.t.t.
  1. zal bevoordelen
  2. zult bevoordelen
  3. zal bevoordelen
  4. zullen bevoordelen
  5. zullen bevoordelen
  6. zullen bevoordelen
o.v.t.t.
  1. zou bevoordelen
  2. zou bevoordelen
  3. zou bevoordelen
  4. zouden bevoordelen
  5. zouden bevoordelen
  6. zouden bevoordelen
diversen
  1. bevoordeel!
  2. bevoordeelt!
  3. bevoordeeld
  4. bevoordelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für bevoordelen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
avantager begunstigen; bevoordelen; voorschuiven; voortrekken bevoorrechten; doneren; geven; schenken; voorrechten toekennen
favoriser begunstigen; bevoordelen; voorschuiven; voortrekken aanmoedigen; aanvuren; avanceren; bevorderen; bezielen; doneren; geven; helpen; promoten; promoveren; schenken; toejuichen
gratifier begunstigen; bevoordelen; voorschuiven; voortrekken bedelen; begiftigen; beschenken; doneren; geven; schenken
privilégier begunstigen; bevoordelen; voorschuiven; voortrekken bevoorrechten; doneren; geven; schenken; voorrechten toekennen
- matsen; voortrekken

Synonyms for "bevoordelen":


Verwandte Definitionen für "bevoordelen":

  1. iemand meer geven dan de anderen1
    • hij bevoordeelt deze leerling1

Wiktionary Übersetzungen für bevoordelen:

bevoordelen
verb
  1. iemand ~: aan iemand bijzondere gunsten verlenen

Cross Translation:
FromToVia
bevoordelen avantager; favoriser advantage — to provide with an edge