Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. beamen:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für beamen (Niederländisch) ins Französisch

beamen:

beamen Verb (beaam, beaamt, beaamde, beaamden, beaamd)

  1. beamen (bevestigen; onderschrijven; staven)
    confirmer; approuver; souscire à; adhérer à; consentir
    • confirmer Verb (confirme, confirmes, confirmons, confirmez, )
    • approuver Verb (approuve, approuves, approuvons, approuvez, )
    • consentir Verb (consens, consent, consentons, consentez, )

Konjugationen für beamen:

o.t.t.
  1. beaam
  2. beaamt
  3. beaamt
  4. beamen
  5. beamen
  6. beamen
o.v.t.
  1. beaamde
  2. beaamde
  3. beaamde
  4. beaamden
  5. beaamden
  6. beaamden
v.t.t.
  1. heb beaamd
  2. hebt beaamd
  3. heeft beaamd
  4. hebben beaamd
  5. hebben beaamd
  6. hebben beaamd
v.v.t.
  1. had beaamd
  2. had beaamd
  3. had beaamd
  4. hadden beaamd
  5. hadden beaamd
  6. hadden beaamd
o.t.t.t.
  1. zal beamen
  2. zult beamen
  3. zal beamen
  4. zullen beamen
  5. zullen beamen
  6. zullen beamen
o.v.t.t.
  1. zou beamen
  2. zou beamen
  3. zou beamen
  4. zouden beamen
  5. zouden beamen
  6. zouden beamen
diversen
  1. beaam!
  2. beaamt!
  3. beaamd
  4. beamende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für beamen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
adhérer à aanhangen
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
adhérer à beamen; bevestigen; onderschrijven; staven
approuver beamen; bevestigen; onderschrijven; staven autoriseren; bijvallen; billijken; dulden; duren; fiatteren; gelijk geven; goedkeuren; goedvinden; gunnen; instemmen; inwilligen; laten; permitteren; rugsteunen; steunen; toelaten; toestaan; toestemmen; toestemmen in; toestemming verlenen; vergunnen
confirmer beamen; bevestigen; onderschrijven; staven aantonen; als gangbaar erkennen; bekrachtigen; bestempelen; bevestigen; bewijzen; bezegelen; certificeren; goedkeuren; homologeren; merken; staven; waarmerken
consentir beamen; bevestigen; onderschrijven; staven akkoord gaan; akkoord gaan met; autoriseren; bijvallen; dulden; duren; fiatteren; gedogen; gelijk geven; getroosten; goed vinden; goedkeuren; goedvinden; gunnen; iets toekennen; instemmen; inwilligen; kloppen met; laten; moeite doen; overeenkomen; overeenkomen met; overeenstemmen met; permitteren; rugsteunen; steunen; stroken; stroken met; toebedelen; toekennen; toelaten; toestaan; toestemmen; toestemmen in; toestemming verlenen; toewijzen; tolereren; vergunnen; verlenen; veroorloven
souscire à beamen; bevestigen; onderschrijven; staven
Not SpecifiedVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
confirmer bevestigen

Wiktionary Übersetzungen für beamen:

beamen
verb
  1. bevestigen dat men het eens is met iets
beamen
Cross Translation:
FromToVia
beamen confirmer confirm — to assure