Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. aanwezig:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für aanwezig (Niederländisch) ins Französisch

aanwezig:

aanwezig Adjektiv

  1. aanwezig (present!; tegenwoordig)
    présent!
  2. aanwezig (voorradig; in voorraad; voorhanden; op voorraad)

Übersetzung Matrix für aanwezig:

AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
disponible aanwezig; in voorraad; op voorraad; voorhanden; voorradig beschikbaar; beschikbare; disponibel; gereed; in de handel; in de handel verkrijgbaar; klaar; leverbaar; op voorraad; paraat; te koop; vacant; verkrijgbaar
en stock aanwezig; in voorraad; op voorraad; voorhanden; voorradig beschikbare; in voorraad; leverbaar; op voorraad; verkrijgbaar
- present
Not SpecifiedVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
disponible beschikbaar
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
en magasin aanwezig; in voorraad; op voorraad; voorhanden; voorradig beschikbare; leverbaar; op voorraad; verkrijgbaar
en réserve aanwezig; in voorraad; op voorraad; voorhanden; voorradig beschikbare
présent! aanwezig; present!; tegenwoordig

Verwandte Wörter für "aanwezig":


Synonyms for "aanwezig":


Antonyme für "aanwezig":


Verwandte Definitionen für "aanwezig":

  1. wie ergens is1
    • alle leerlingen waren aanwezig vandaag1

Wiktionary Übersetzungen für aanwezig:

aanwezig
adjective
  1. tegenwoordig zijn, er zijn (van mensen)
aanwezig
adjective
  1. Là où l’on est

Cross Translation:
FromToVia
aanwezig présent; présente present — in the immediate vicinity

Verwandte Übersetzungen für aanwezig