Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. doorschijnend:
  2. doorschijnen:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für doorschijnend (Niederländisch) ins Französisch

doorschijnend:

doorschijnend Adjektiv

  1. doorschijnend (doorzichtig; transparant)
    transparent; clair; limpide

Übersetzung Matrix für doorschijnend:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
transparent doorschijnend vel; transparant
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
transparent doorschijnend; doorzichtig; transparant glasachtig; glazig; transparant
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
clair doorschijnend; doorzichtig; transparant aanschouwelijk; algemeen begrijpbaar; begrijpelijk; bevatbaar; bevattelijk; duidelijk; eenduidig; frappant; gekuist; geprononceerd; gereinigd; glasachtig; glashelder; glazig; hel; helder; herkenbaar; in het oog lopend; in het oog springend; inzichtelijk; klaar; klare; kristalhelder; licht; markant; netjes; niet donker; onbewolkt; ondubbelzinnig; onknap; onmiskenbaar; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; overzichtelijk; saillant; treffend; uitgesproken; verhelderend; verstaanbaar; zuiver
limpide doorschijnend; doorzichtig; transparant duidelijk; glasachtig; glashelder; glazig; helder; klaar als een klontje; klare; kristalhelder; overduidelijk; verhelderend

Wiktionary Übersetzungen für doorschijnend:

doorschijnend
adjective
  1. physique|fr Qui laisser passer à travers soi les rayons lumineux.
  2. physique|fr Qualifie un corps qui laisser passer une lumière diffuse, sans permettre de distinguer les objets à travers.

Cross Translation:
FromToVia
doorschijnend transparent; clair clear — transparent in colour
doorschijnend diaphane diaphanous — Transparent; allowing light to pass through; capable of being seen through
doorschijnend translucide translucent — allowing light to pass through, but diffusing it

doorschijnend form of doorschijnen:

doorschijnen Verb (schijn door, schijnt door, scheen door, schenen door, doorgeschenen)

  1. doorschijnen
    transparaître; laisser entendre qc; percer; transparaître à travers
    • transparaître Verb (transparais, transparaît, transparaissons, transparaissez, )
    • percer Verb (perce, perces, perçons, percez, )

Konjugationen für doorschijnen:

o.t.t.
  1. schijn door
  2. schijnt door
  3. schijnt door
  4. schijnen door
  5. schijnen door
  6. schijnen door
o.v.t.
  1. scheen door
  2. scheen door
  3. scheen door
  4. schenen door
  5. schenen door
  6. schenen door
v.t.t.
  1. heb doorgeschenen
  2. hebt doorgeschenen
  3. heeft doorgeschenen
  4. hebben doorgeschenen
  5. hebben doorgeschenen
  6. hebben doorgeschenen
v.v.t.
  1. had doorgeschenen
  2. had doorgeschenen
  3. had doorgeschenen
  4. hadden doorgeschenen
  5. hadden doorgeschenen
  6. hadden doorgeschenen
o.t.t.t.
  1. zal doorschijnen
  2. zult doorschijnen
  3. zal doorschijnen
  4. zullen doorschijnen
  5. zullen doorschijnen
  6. zullen doorschijnen
o.v.t.t.
  1. zou doorschijnen
  2. zou doorschijnen
  3. zou doorschijnen
  4. zouden doorschijnen
  5. zouden doorschijnen
  6. zouden doorschijnen
diversen
  1. schijn door!
  2. schijnt door!
  3. doorgeschenen
  4. doorschijnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für doorschijnen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
laisser entendre qc doorschijnen
percer doorschijnen aanboren; beseffen; binnensteken; boren; doorboren; doorbreken; doordringen; doorkomen; doorlekken; doorprikken; doorsteken; doorzien; erdoor steken; gaatjes maken in; inprenten; inprikken; insteken; inzien; laten doorsijpelen; omgraven; omploegen; omspitten; omwerken; onderkennen; op het hart drukken; openprikken; opensteken; penetreren; percoleren; perforeren; ploegen; priemen; prikken in; realiseren; spitten
transparaître doorschijnen er uitzien; ogen
transparaître à travers doorschijnen laten doorsijpelen; percoleren

Verwandte Übersetzungen für doorschijnend