Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Französisch ->Suche: bouwsel

Niederländische und französische Suchergebnisse für: bouwsel

Übersicht

Niederländisch nach Französisch: mehr Daten

bouwsel:
- construction; édifice; immeuble; bâtiment
Wiktionary:
- bouwsel → bâtiment, immeuble

Niederländisch

Detailübersetzungen für bouwsel (Niederländisch) ins Französisch

bouwsel:

bouwsel [het ~] Nomen

het bouwsel
la construction; l'édifice; l'immeuble; le bâtiment
- construction [la ~] Nomen
- édifice [le ~] Nomen
- immeuble [le ~] Nomen
- bâtiment [le ~] Nomen

Übersetzung Matrix für bouwsel:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
bâtiment	bouwsel	bouwwerk; gebouw; pand
construction	bouwsel	aanleggen; assemblage; assembleren; bebouwing; bouw; bouwsector; bouwwerk; constitutie; constructie; fabricage; gebouw; gestel; grondlegging; lichaamsbouw; montage; opbouw; opbouwen; ordening; organisatie; pand; samengesteld geheel; samenstelling; samenvoeging; structuur; systeem
immeuble	bouwsel	bouwwerk; gebouw; huis; pand; perceel
édifice	bouwsel	bouwwerk; gebouw; pand

Verwandte Wörter für "bouwsel":

bouwsels, bouwseltje

Wiktionary Übersetzungen für bouwsel:

bouwsel

noun

Construction
- bâtiment → bouwwerk; gebouw; perceel; bouwsel; constructie
droit|fr bien qui ne peut transporter d’un lieu à un autre ou qu’il interdire par la loi d’déplacer.
- immeuble → bouwwerk; gebouw; perceel; bouwsel; constructie; herenhuis