Übersicht


Niederländisch

Detailübersetzungen für vormbaar (Niederländisch) ins Spanisch

vormbaar:

vormbaar Adjektiv

  1. vormbaar (kneedbaar)
    manejable; versátil; dócil; pastoso; moldeable; suave; plástico; obediente; plegable; flexible; elástico; transigente; formable

Übersetzung Matrix für vormbaar:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
elástico elastiek
flexible elektriciteitsdraad; snoer; snoertje
plástico plastic; plastiek
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
dócil kneedbaar; vormbaar buigzaam; flexibel; gedwee; gelaten; gewillig; inschikkelijk; lijdzaam; meegaand; onderworpen; soepel; tam; toegeeflijk; toegevend; volgzaam
elástico kneedbaar; vormbaar buigbaar; buigzaam; elastisch; flexibel; gedwee; gewillig; inschikkelijk; lenig; meegaand; plooibaar; rekbaar; soepel; toegeeflijk; toegevend; veerkrachtig; verend; vouwbaar
flexible kneedbaar; vormbaar buigbaar; buigzaam; elastisch; flexibel; gedwee; gewillig; inschikkelijk; lenig; meegaand; plooibaar; rekbaar; soepel; toegeeflijk; toegevend; veerkrachtig; verend; vouwbaar
formable kneedbaar; vormbaar buigbaar; flexibel; plastisch; plooibaar; soepel; vormgevend; vouwbaar
manejable kneedbaar; vormbaar bruikbare; buigzaam; eenvoudig te bedienen; flexibel; gedwee; gemakkelijk te hanteren; gewillig; handelbaar; handig; handzaam; hanteerbaar; inschikkelijk; makkelijk in het gebruik; meegaand; nuttig; plooibaar; soepel; toegeeflijk; toegevend; vouwbaar; wendbaar
moldeable kneedbaar; vormbaar plooibaar; vouwbaar
obediente kneedbaar; vormbaar braaf; deugdzaam; dienstbaar; eerlijk; fideel; gedienstig; gedwee; gehoorzaam; gewillig; inschikkelijk; lief; meegaand; openhartig; oprecht; rondborstig; slaafs; soepel; tam; toegeeflijk; toegevend; trouwhartig; volgzaam; voorbeeldig; zoet
pastoso kneedbaar; vormbaar grasachtig; grasrijk; grazig; plooibaar; vouwbaar; welig met gras begroeid
plegable kneedbaar; vormbaar buigbaar; flexibel; opklapbaar; opvouwbaar; plooibaar; samenvouwbaar; soepel; vouwbaar
plástico kneedbaar; vormbaar plastic; plastisch; vormgevend
suave kneedbaar; vormbaar effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; ingetogen; mals; plat; smeuïg; stemmig; strak; van één kleur; vlak; vlakuit; zacht; zacht aanvoelend
transigente kneedbaar; vormbaar plooibaar; vouwbaar
versátil kneedbaar; vormbaar buigbaar; flexibel; onstabiel; soepel; variabele