Übersicht


Niederländisch

Detailübersetzungen für verdrijven (Niederländisch) ins Spanisch

verdrijven:

verdrijven Verb (verdrijf, verdrijft, verdreef, verdreven, verdreven)

  1. verdrijven (uitbannen; verbannen; bannen; )
  2. verdrijven (wegdrijven; verjagen; wegjagen)

Konjugationen für verdrijven:

o.t.t.
  1. verdrijf
  2. verdrijft
  3. verdrijft
  4. verdrijven
  5. verdrijven
  6. verdrijven
o.v.t.
  1. verdreef
  2. verdreef
  3. verdreef
  4. verdreven
  5. verdreven
  6. verdreven
v.t.t.
  1. heb verdreven
  2. hebt verdreven
  3. heeft verdreven
  4. hebben verdreven
  5. hebben verdreven
  6. hebben verdreven
v.v.t.
  1. had verdreven
  2. had verdreven
  3. had verdreven
  4. hadden verdreven
  5. hadden verdreven
  6. hadden verdreven
o.t.t.t.
  1. zal verdrijven
  2. zult verdrijven
  3. zal verdrijven
  4. zullen verdrijven
  5. zullen verdrijven
  6. zullen verdrijven
o.v.t.t.
  1. zou verdrijven
  2. zou verdrijven
  3. zou verdrijven
  4. zouden verdrijven
  5. zouden verdrijven
  6. zouden verdrijven
diversen
  1. verdrijf!
  2. verdrijft!
  3. verdreven
  4. verdrijvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für verdrijven:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
echar weggooien
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
ahuyentar bannen; bezweren; uitbannen; uitstoten; uitwijzen; uitzetten; verbannen; verdrijven; verjagen; wegjagen afschrikken; bang maken; verschrikken
desterrar bannen; bezweren; uitbannen; uitstoten; uitwijzen; uitzetten; verbannen; verdrijven; verjagen; wegjagen
dispersar verdrijven; verjagen; wegdrijven; wegjagen ronddelen; rondgeven; rondreiken; uit elkaar stuiven; uit elkaar vliegen; uitdelen; uiteenstuiven; uiteenvliegen; uitreiken; uitwaaieren; uitzwermen; verdelen; verspreiden; waaieren; zich verspreiden
echar bannen; bezweren; uitbannen; uitstoten; uitwijzen; uitzetten; verbannen; verdrijven; verjagen; wegjagen afdanken; afscheiden; afvoeren; begeleiden; bijgieten; doneren; ecarteren; geven; gieten; gunnen; gunst verlenen; ingieten; inschenken; intappen; leiden; lozen; meevoeren; ontheffen; ontslaan; opsturen; posten; schenken; serveren; smijten; sturen; tappen; toezenden; uitscheiden; uitstorten; uitstoten; uitsturen; uitwerpen; verhuizen; verkassen; verzenden; voeren; weggooien; wegsmijten; wegsturen; wegzenden
exiliar bannen; bezweren; uitbannen; uitstoten; uitwijzen; uitzetten; verbannen; verdrijven; verjagen; wegjagen
expeler bannen; bezweren; uitbannen; uitstoten; uitwijzen; uitzetten; verbannen; verdrijven; verjagen; wegjagen uitdrijven
expulsar bannen; bezweren; uitbannen; uitstoten; uitwijzen; uitzetten; verbannen; verdrijven; verjagen; wegjagen afnemen; afzonderen; demonteren; deporteren; ecarteren; lichten; ontheffen; ontmantelen; ontslaan; onttakelen; opsturen; posten; sturen; toezenden; uit elkaar halen; uit elkaar nemen; uitdrijven; uiteen nemen; uitsturen; uitwerpen; uitwijzen; uitzetten; verplaatsen; vervreemden; verwijderen; verzenden; wegbrengen; wegdoen; weghalen; wegnemen; wegsturen; wegwerken; wegzenden

Wiktionary Übersetzungen für verdrijven:

verdrijven
verb
  1. uit het land verjagen

Cross Translation:
FromToVia
verdrijven disipar dispel — to drive away by scattering
verdrijven exorcizar exorcise — To drive out an evil spirit from a person, place or thing, especially by an incantation or prayer
verdrijven expeler; expulsar expel — to eject
verdrijven dar donner — Faire un don ; transférer, sans rétribution, la propriété d’une chose que l’on posséder ou dont on jouir, à une autre personne.
verdrijven expulsar expulser — Traductions à trier suivant le sens
verdrijven aplazar; despedir; destituir; devolver; reflejar renvoyerenvoyer de nouveau.
verdrijven rechazar; rehusar; suspender; devolver; desaprobar; reprobar; repeler; repujar repousser — Pousser en arrière, rejeter ; faire reculer quelqu’un, écarter de soi quelque chose.

Verwandte Übersetzungen für verdrijven