Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Spanisch ->übersetze steiger

übersetze steiger von Niederländische ins Spanisch

Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. steiger:
  2. steigeren:
  3. Wiktionary:

Niederländisch

Detailübersetzungen für steiger (Niederländisch) ins Spanisch

steiger:

steiger [de ~ (m)] Nomen

  1. de steiger (aanlegplaats; aanlegsteiger; ligplaats)
    el embarcadero; el atracadero; el andamio; el amarradero

Übersetzung Matrix für steiger:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
amarradero aanlegplaats; aanlegsteiger; ligplaats; steiger
andamio aanlegplaats; aanlegsteiger; ligplaats; steiger havendam; havenhoofd; latwerk; pier; rek; stellage; stelling; voorframe
atracadero aanlegplaats; aanlegsteiger; ligplaats; steiger havendam; havenhoofd; laadsteiger; pier
embarcadero aanlegplaats; aanlegsteiger; ligplaats; steiger havendam; havenhoofd; kaai; kade; landingsbrug; landingssteiger; pier

Verwandte Wörter für "steiger":

  • steigeren, steigers, steigertje, steigertjes

Wiktionary Übersetzungen für steiger:

Cross Translation:
FromToVia
• steiger → muelle ↔ landing — a place on a shoreline where a boat lands
• steiger → andamiaje ↔ scaffolding — system of tubes or poles used to support people and material
• steiger → amarradero; desembarcadero ↔ débarcadère — marine|fr Espèce de cale, de jetée qui, du rivage, s’avance un peu dans la mer et qu’on nomme également embarcadère, parce qu’elle est destinée à servir à l’embarquement comme au débarquement.

steiger form of steigeren:

steigeren Verb (steiger, steigert, steigerde, steigerden, gesteigerd)

  1. steigeren (bokkig zijn; bokken)
    estar arisco; encabritarse
  2. steigeren (fel reageren)
    reaccionar intensamente

Konjugationen für steigeren:

o.t.t.
  1. steiger
  2. steigert
  3. steigert
  4. steigeren
  5. steigeren
  6. steigeren
o.v.t.
  1. steigerde
  2. steigerde
  3. steigerde
  4. steigerden
  5. steigerden
  6. steigerden
v.t.t.
  1. heb gesteigerd
  2. hebt gesteigerd
  3. heeft gesteigerd
  4. hebben gesteigerd
  5. hebben gesteigerd
  6. hebben gesteigerd
v.v.t.
  1. had gesteigerd
  2. had gesteigerd
  3. had gesteigerd
  4. hadden gesteigerd
  5. hadden gesteigerd
  6. hadden gesteigerd
o.t.t.t.
  1. zal steigeren
  2. zult steigeren
  3. zal steigeren
  4. zullen steigeren
  5. zullen steigeren
  6. zullen steigeren
o.v.t.t.
  1. zou steigeren
  2. zou steigeren
  3. zou steigeren
  4. zouden steigeren
  5. zouden steigeren
  6. zouden steigeren
en verder
  1. ben gesteigerd
  2. bent gesteigerd
  3. is gesteigerd
  4. zijn gesteigerd
  5. zijn gesteigerd
  6. zijn gesteigerd
diversen
  1. steiger!
  2. steigert!
  5. gesteigerd
  6. steigerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für steigeren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
encabritarse bokken; bokkig zijn; steigeren
estar arisco bokken; bokkig zijn; steigeren
reaccionar intensamente fel reageren; steigeren

Verwandte Wörter für "steigeren":








Kostenfreie, schnelle Übersetzungen

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Seite gezeigt in 0.0389 Sekunden
Seite aufgebaut in 1.0 Sekunden