Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. samenhangend:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für samenhangend (Niederländisch) ins Spanisch

samenhangend:

samenhangend Adjektiv

  1. samenhangend (coherent)
    coherente
  2. samenhangend (een eenheid vormend; verbonden; verenigd; aaneengesloten)
    unido; combinado; coherente; colectivo; reunido

Übersetzung Matrix für samenhangend:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
colectivo aantal personen bijeen; collectief; gezelschap; groep
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
coherente aaneengesloten; coherent; een eenheid vormend; samenhangend; verbonden; verenigd aangesloten
colectivo aaneengesloten; een eenheid vormend; samenhangend; verbonden; verenigd eendrachtig; eensgezind; gedeeld; harmonieus; meegevoeld; saamhorig
combinado aaneengesloten; een eenheid vormend; samenhangend; verbonden; verenigd aangesloten
reunido aaneengesloten; een eenheid vormend; samenhangend; verbonden; verenigd aangesloten; bijeengebracht; verzameld
unido aaneengesloten; een eenheid vormend; samenhangend; verbonden; verenigd aaneen; aaneengehecht; aaneengeregen; aaneengesloten; aangehecht; aangeplakt; aangevoegd; eendrachtig; eensgezind; gekoppeld; harmonieus; saamhorig; vastgehecht; verbonden

Wiktionary Übersetzungen für samenhangend:


Cross Translation:
FromToVia
samenhangend coherente coherent — orderly, logical and consistent
samenhangend coherente coherent — sticking together
samenhangend adosado; colindante contiguous — connecting without a break
samenhangend coherente zusammenhängend — miteinander verbunden, in Beziehung zueinander
samenhangend coherente cohérent — Qui présenter de la cohérence.