Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. opdiepen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für opdiepen (Niederländisch) ins Spanisch

opdiepen:

opdiepen Verb (diep op, diept op, diepte op, diepten op, opgediept)

  1. opdiepen (van de bodem ophalen; opduiken)

Konjugationen für opdiepen:

o.t.t.
  1. diep op
  2. diept op
  3. diept op
  4. diepen op
  5. diepen op
  6. diepen op
o.v.t.
  1. diepte op
  2. diepte op
  3. diepte op
  4. diepten op
  5. diepten op
  6. diepten op
v.t.t.
  1. heb opgediept
  2. hebt opgediept
  3. heeft opgediept
  4. hebben opgediept
  5. hebben opgediept
  6. hebben opgediept
v.v.t.
  1. had opgediept
  2. had opgediept
  3. had opgediept
  4. hadden opgediept
  5. hadden opgediept
  6. hadden opgediept
o.t.t.t.
  1. zal opdiepen
  2. zult opdiepen
  3. zal opdiepen
  4. zullen opdiepen
  5. zullen opdiepen
  6. zullen opdiepen
o.v.t.t.
  1. zou opdiepen
  2. zou opdiepen
  3. zou opdiepen
  4. zouden opdiepen
  5. zouden opdiepen
  6. zouden opdiepen
en verder
  1. ben opgediept
  2. bent opgediept
  3. is opgediept
  4. zijn opgediept
  5. zijn opgediept
  6. zijn opgediept
diversen
  1. diep op!
  2. diept op!
  3. opgediept
  4. opdiepend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für opdiepen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
aparecer verschijnen
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
aparecer opdiepen; opduiken; van de bodem ophalen aan het licht komen; aanbieden; boven water komen; conveniëren; deugen; er uitzien; geschikt zijn; laten zien; offreren; ogen; opdagen; opdoemen; opduiken; opkomen; passen; passend zijn; presenteren; tevoorschijn komen; tevoorschijnkomen; tonen; uit ei kruipen; uitkomen; verrijzen; verschijnen; voor de dag komen; voordoen; voorleggen; weer verschijnen
emerger opdiepen; opduiken; van de bodem ophalen boven water komen; bovenkomen; omhoogkomen; ontspinnen; opdoemen; opduiken; oprijzen; opstijgen; opvliegen; rijzen; verrijzen; weer verschijnen
sacar buceando opdiepen; opduiken; van de bodem ophalen
sacar del agua opdiepen; opduiken; van de bodem ophalen boven water komen; ontspinnen; opduiken; oprijzen; opvissen; rijzen; weer verschijnen
surgir opdiepen; opduiken; van de bodem ophalen aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; boven water komen; bovenkomen; de hoogte ingaan; gedijen; groeien; groter worden; in de lucht omhoogstijgen; in het hoofd opkomen; invallen; naar binnen vallen; omhooggaan; omhoogkomen; ontstaan; opdoemen; opduiken; opkomen voor; oprijzen; opstijgen; opwellen; opzetten; rijzen; stijgen; toenemen; vermeerderen; verrijzen; voortkomen; weer verschijnen