Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. mateloos:


Niederländisch

Detailübersetzungen für mateloos (Niederländisch) ins Spanisch

mateloos:

mateloos Adjektiv

  1. mateloos (bovenmatig; extreem; uitermate; )
    extremo; desmedido; excesivo; desmesurado

Übersetzung Matrix für mateloos:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
extremo buitenspeler; eindpunt; grens; lagereind; licht bier; limiet; pils; rand; speler buitenshuis; uiteinde; uiterste; ultra; zoom
Not SpecifiedVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
extremo eindpunt
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
desmedido bovenmatig; buitengemeen; buitensporig; extreem; mateloos; tomeloos; uitermate buitengewoon; buitenissig; buitensporig; extravagant; niet naar verhouding; onevenredig; overmatig; overspannen; overwerkt
desmesurado bovenmatig; buitengemeen; buitensporig; extreem; mateloos; tomeloos; uitermate extravagant; grenzeloos; niet naar verhouding; onevenredig; onmatig; overdadig; overdreven; overmatig
excesivo bovenmatig; buitengemeen; buitensporig; extreem; mateloos; tomeloos; uitermate bovenmate; enorm; extravagant; ontiegelijk; overdadig; overdreven; overmatig; overspannen; overwerkt; schandalig; schandelijk; schromelijk; verfoeilijk; verregaand; week; zwak
extremo bovenmatig; buitengemeen; buitensporig; extreem; mateloos; tomeloos; uitermate bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; enorm; excessief; extravagant; extreem; godgeklaagd; heel erg; hemeltergend; hogelijk; ontiegelijk; overmatig; schandalig; schandelijk; schromelijk; ten hemel schreiend; ten zeerste; uitermate; uiterst; ultra; verfoeilijk; week; zeer; zeer ergerlijk; zeerste; zwak

Verwandte Wörter für "mateloos":