Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. invorderen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für invorderen (Niederländisch) ins Spanisch

invorderen:

invorderen Verb (vorder in, vordert in, vorderde in, vorderden in, ingevorderd)

  1. invorderen (inmanen; eisen; vorderen)

Konjugationen für invorderen:

o.t.t.
  1. vorder in
  2. vordert in
  3. vordert in
  4. vorderen in
  5. vorderen in
  6. vorderen in
o.v.t.
  1. vorderde in
  2. vorderde in
  3. vorderde in
  4. vorderden in
  5. vorderden in
  6. vorderden in
v.t.t.
  1. heb ingevorderd
  2. hebt ingevorderd
  3. heeft ingevorderd
  4. hebben ingevorderd
  5. hebben ingevorderd
  6. hebben ingevorderd
v.v.t.
  1. had ingevorderd
  2. had ingevorderd
  3. had ingevorderd
  4. hadden ingevorderd
  5. hadden ingevorderd
  6. hadden ingevorderd
o.t.t.t.
  1. zal invorderen
  2. zult invorderen
  3. zal invorderen
  4. zullen invorderen
  5. zullen invorderen
  6. zullen invorderen
o.v.t.t.
  1. zou invorderen
  2. zou invorderen
  3. zou invorderen
  4. zouden invorderen
  5. zouden invorderen
  6. zouden invorderen
en verder
  1. is ingevorderd
diversen
  1. vorder in!
  2. vordert in!
  3. ingevorderd
  4. invorderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für invorderen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
reclamar aanspraak maken op; claim; opvorderen; vordering
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
recaudar eisen; inmanen; invorderen; vorderen casseren; geld in ontvangst nemen; in geld omzetten; incasseren; innen; kapitaliseren; verzilveren
reclamar eisen; inmanen; invorderen; vorderen aanspraak maken op; aanspraak op maken; aanvragen; een klacht indienen; eisen; klagen; opeisen; opvorderen; opvragen; reclameren; rekwireren; terugeisen; terugvorderen; terugvragen; verzoeken; vorderen; vragen; zich beklagen; zijn beklag indienen
reivindicar eisen; inmanen; invorderen; vorderen aanspraak maken op; eisen; opeisen; opvorderen; rekwireren; terugeisen; terugvorderen; vorderen