Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. erbij voegen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für erbij voegen (Niederländisch) ins Spanisch

erbij voegen:

erbij voegen Verb (voeg erbij, voegt erbij, voegde erbij, voegden erbij, erbij gevoegd)

  1. erbij voegen (bijdoen; toevoegen; bijsluiten; bijvoegen)

Konjugationen für erbij voegen:

o.t.t.
  1. voeg erbij
  2. voegt erbij
  3. voegt erbij
  4. voegen erbij
  5. voegen erbij
  6. voegen erbij
o.v.t.
  1. voegde erbij
  2. voegde erbij
  3. voegde erbij
  4. voegden erbij
  5. voegden erbij
  6. voegden erbij
v.t.t.
  1. heb erbij gevoegd
  2. hebt erbij gevoegd
  3. heeft erbij gevoegd
  4. hebben erbij gevoegd
  5. hebben erbij gevoegd
  6. hebben erbij gevoegd
v.v.t.
  1. had erbij gevoegd
  2. had erbij gevoegd
  3. had erbij gevoegd
  4. hadden erbij gevoegd
  5. hadden erbij gevoegd
  6. hadden erbij gevoegd
o.t.t.t.
  1. zal erbij voegen
  2. zult erbij voegen
  3. zal erbij voegen
  4. zullen erbij voegen
  5. zullen erbij voegen
  6. zullen erbij voegen
o.v.t.t.
  1. zou erbij voegen
  2. zou erbij voegen
  3. zou erbij voegen
  4. zouden erbij voegen
  5. zouden erbij voegen
  6. zouden erbij voegen
en verder
  1. ben erbij gevoegd
  2. bent erbij gevoegd
  3. is erbij gevoegd
  4. zijn erbij gevoegd
  5. zijn erbij gevoegd
  6. zijn erbij gevoegd
diversen
  1. voeg erbij!
  2. voegt erbij!
  3. erbij gevoegd
  4. erbij voegend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für erbij voegen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
alzar omhoog steken; opsteken
añadir bijvoegen; toeleggen; toevoegen
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
acceder bijdoen; bijsluiten; bijvoegen; erbij voegen; toevoegen aankomen; afgeven; akkoord gaan; arriveren; beamen; betreden; bevestigen; binnengaan; binnenkomen; binnenlopen; binnenstappen; binnentreden; doordringen; erop achteruitgaan; geld inleveren; goed vinden; gunnen; iets toekennen; ingaan; inleveren; instemmen; invoegen; onderschrijven; ondervragen; overgaan op nieuwe rijbaan; overhandigen; overhoren; penetreren; staven; toebedelen; toekennen; toestaan; toestemmen; toestemmen in; toewijzen; uithoren; uitvragen; verhoren
acompañar bijdoen; bijsluiten; bijvoegen; erbij voegen; toevoegen aan mengsel toevoegen; afgeven; afleveren; begeleiden; bestellen; bezorgen; bijmengen; bijsluiten; bijvoegen; brengen; chaperonneren; eindje meerijden; escorteren; geleiden; insluiten; langs brengen; leiden; meebrengen; meegaan; meelopen; meerijden; meevoeren; oprijden; overhandigen; rondleiden; thuisbezorgen; toevoegen; vergezellen; voeren; volgen; wegbrengen
adjuntar bijdoen; bijsluiten; bijvoegen; erbij voegen; toevoegen aan mengsel toevoegen; bijmengen; bijrekenen; bijsluiten; bijtellen; bijvoegen; erbij tellen; insluiten; optellen; toevoegen
agregar bijdoen; bijsluiten; bijvoegen; erbij voegen; toevoegen aan mengsel toevoegen; aansluiten; aanvullen; bijmengen; bijrekenen; bijsluiten; bijtellen; bijvoegen; completeren; erbij optellen; erbij tellen; insluiten; optellen; toevoegen; voltallig maken
alzar bijdoen; bijsluiten; bijvoegen; erbij voegen; toevoegen aanleren; aansteken; aanstrijken; absorberen; afbakenen; afpalen; afzetten; begrenzen; buslichten; casseren; doen ontvlammen; eigen maken; heffen; hernieuwen; herstellen; hijsen; hoger draaien; hoger maken; in de fik steken; in de hoogte steken; leren; lichten; lichter worden van kleur; naar boven tillen; neppen; omhoog brengen; omhoog doen; omhoog heffen; omhoogdraaien; omhoogheffen; omhoogkomen; omhoogrijzen; omhoogrukken; omhoogsteken; omhoogtillen; omlijnen; omranden; opdraaien; opheffen; oplichten; opnemen; oppikken; oprijzen; opslorpen; opslurpen; opsteken; opstijgen; optillen; opvliegen; renoveren; restaureren; rijzen; sigaret opsteken; tillen; verbeteren; verhelpen; verhogen; verneuken; vernieuwen; verwerven
ampliar bijdoen; bijsluiten; bijvoegen; erbij voegen; toevoegen breder maken; expanderen; openen; uitbouwen; uitbreiden; uitdijen; verbreden; verbreiden; vermeerderen; verruimen; verwijden
añadir bijdoen; bijsluiten; bijvoegen; erbij voegen; toevoegen aansluiten; aanvullen; bijgieten; bijleggen; bijrekenen; bijsluiten; bijtellen; bijvoegen; completeren; erbij optellen; erbij tellen; extra betalen; geld toe leggen; inschenken; insluiten; intappen; optellen; schenken; serveren; tappen; toevoegen; voltallig maken
incluir bijdoen; bijsluiten; bijvoegen; erbij voegen; toevoegen beperken; bijrekenen; bijsluiten; bijtellen; bijvoegen; erbij optellen; erbij tellen; indammen; inkapselen; inperken; insluiten; limiteren; meeberekenen; meerekenen; meetellen; met handen omvatten; omsingelen; omsluiten; omspannen; omvatten; optellen; toevoegen
Not SpecifiedVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
incluir bundelen

Verwandte Übersetzungen für erbij voegen