Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. aanslijpen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für aanslijpen (Niederländisch) ins Spanisch

aanslijpen:

aanslijpen [znw.] Nomen

  1. aanslijpen
    el apunte

aanslijpen Verb (slijp aan, slijpt aan, sleep aan, slepen aan, aangeslepen)

  1. aanslijpen (slijpen)

Konjugationen für aanslijpen:

o.t.t.
  1. slijp aan
  2. slijpt aan
  3. slijpt aan
  4. slijpen aan
  5. slijpen aan
  6. slijpen aan
o.v.t.
  1. sleep aan
  2. sleep aan
  3. sleep aan
  4. slepen aan
  5. slepen aan
  6. slepen aan
v.t.t.
  1. heb aangeslepen
  2. hebt aangeslepen
  3. heeft aangeslepen
  4. hebben aangeslepen
  5. hebben aangeslepen
  6. hebben aangeslepen
v.v.t.
  1. had aangeslepen
  2. had aangeslepen
  3. had aangeslepen
  4. hadden aangeslepen
  5. hadden aangeslepen
  6. hadden aangeslepen
o.t.t.t.
  1. zal aanslijpen
  2. zult aanslijpen
  3. zal aanslijpen
  4. zullen aanslijpen
  5. zullen aanslijpen
  6. zullen aanslijpen
o.v.t.t.
  1. zou aanslijpen
  2. zou aanslijpen
  3. zou aanslijpen
  4. zouden aanslijpen
  5. zouden aanslijpen
  6. zouden aanslijpen
diversen
  1. slijp aan!
  2. slijpt aan!
  3. aangeslepen
  4. aanslijpende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für aanslijpen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
afilar slijpen; wegslijpen
apunte aanslijpen aantekening; annoteren; briefje; kattebelletje; kladbriefje; kladje; krabbel; noot; notitie; opschrijving; optekening; schrijfsel
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
afilar aanslijpen; slijpen aandoen; aanmaken; aanzetten; afslijpen; erafslijpen; inschakelen; motiveren; scherpen; slijpen; spitsen; starten; wetten
sacarle punta a aanslijpen; slijpen