Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. zoetsmakend:


Niederländisch

Detailübersetzungen für zoetsmakend (Niederländisch) ins Englisch

zoetsmakend:

zoetsmakend Adjektiv

  1. zoetsmakend (zoet)
    sweet

Übersetzung Matrix für zoetsmakend:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
sweet beminde; dot; duifje; lekkers; liefje; liefste; lieve; poepje; schat; schatje; schattebout; schattig kind; scheetje; snoepgoed; snoepjes; snoes; zoetigheid
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
sweet zoet; zoetsmakend aanbiddelijk; aantrekkelijk; aanvallig; aardig; aimabel; allerliefst; begeerenswaardig; bekoorlijk; bemind; bevallig; charmant; dierbaar; dierbare; dottig; enig; geliefd; geliefde; lief; liefelijk; lieflijk; lieftallig; prettig; schattig; snoeperig; snoezig; toegenegen; verrukkelijk; vertederend