Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. participeren:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für participeren (Niederländisch) ins Englisch

participeren:

participeren Verb (participeer, participeert, participeerde, participeerden, geparticipeerd)

  1. participeren (deelnemen; meedoen)
    to participate; to take part; to join in; to join; to co-operate
    • participate Verb (participates, participated, participating)
    • take part Verb (takes part, took part, taking part)
    • join in Verb (joins in, joined in, joining in)
    • join Verb (joins, joined, joining)
    • co-operate Verb (co-operates, co-operated, co-operating)

Konjugationen für participeren:

o.t.t.
  1. participeer
  2. participeert
  3. participeert
  4. participeren
  5. participeren
  6. participeren
o.v.t.
  1. participeerde
  2. participeerde
  3. participeerde
  4. participeerden
  5. participeerden
  6. participeerden
v.t.t.
  1. heb geparticipeerd
  2. hebt geparticipeerd
  3. heeft geparticipeerd
  4. hebben geparticipeerd
  5. hebben geparticipeerd
  6. hebben geparticipeerd
v.v.t.
  1. had geparticipeerd
  2. had geparticipeerd
  3. had geparticipeerd
  4. hadden geparticipeerd
  5. hadden geparticipeerd
  6. hadden geparticipeerd
o.t.t.t.
  1. zal participeren
  2. zult participeren
  3. zal participeren
  4. zullen participeren
  5. zullen participeren
  6. zullen participeren
o.v.t.t.
  1. zou participeren
  2. zou participeren
  3. zou participeren
  4. zouden participeren
  5. zouden participeren
  6. zouden participeren
diversen
  1. participeer!
  2. participeert!
  3. geparticipeerd
  4. participerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für participeren:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
join aanvoegen; join
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
co-operate deelnemen; meedoen; participeren coöpereren; meewerken
join deelnemen; meedoen; participeren aaneenlassen; aaneenschakelen; aansluiten; bij elkaar brengen; bijdoen; bijeen komen; bijeenbrengen; bijsluiten; bijvoegen; binden; bundelen; combineren; concentreren; deelnemen; een combinatie maken; erbij komen; erbij voegen; in de val laten lopen; knevelen; knopen; koppelen; lassen; samenbrengen; samenkomen; samenvoegen; strikken; toevoegen; vastbinden; vastmaken; verbinden; voegen; zich voegen
join in deelnemen; meedoen; participeren
participate deelnemen; meedoen; participeren
take part deelnemen; meedoen; participeren
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
join mede; mee

Wiktionary Übersetzungen für participeren:

participeren
verb
  1. ergens aan deelnemen
participeren
verb
  1. to join in, to take part, to involve oneself