Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. overzicht:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für overzicht (Niederländisch) ins Englisch

overzicht:

overzicht [het ~] Nomen

  1. het overzicht (totaalbeeld)
    the overview; the overall picture; the survey
  2. het overzicht (het overzien)
    the survey
  3. het overzicht (lijst van gegevens; staat; lijst; )
    the report; the list; the record
  4. het overzicht
    the outline
    – Worksheet data in which rows or columns of detail data are grouped so that you can create summary reports. The outline can summarize either an entire worksheet or a selected portion of it. 1
  5. het overzicht (rekeningoverzicht)
    the statement
    – A report that summarizes the status of an account, including current balance and recent activities. 1

Übersetzung Matrix für overzicht:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
list lijst; lijst van gegevens; opgaaf; opgave; overzicht; staat; staatje ledenlijst; legerlijst; lijst; opnoeming; opsomming; register; slagzij; staat; tabel; tafel
outline overzicht afmeting van omlijning; aftekening; basislijn; contour; grondlijn; hoofdlijn; hoofdlijn in plan of verhaal; omlijning; omtrek; tekening; vorm
overall picture overzicht; totaalbeeld volledige visie
overview overzicht; totaalbeeld
record lijst; lijst van gegevens; opgaaf; opgave; overzicht; staat; staatje album; elpee; grammofoon; grammofoonplaat; l.p.; langspeelplaat; lp; optekening; plaat; rapport; record; reportage; schijf; verhaal; verslag; weergave
report lijst; lijst van gegevens; opgaaf; opgave; overzicht; staat; staatje aantekening; bekendmaking; bericht; berichtgeving; blad; boodschap; gewag; maandblad; magazine; mededeling; mededelingen; melding; noot; notitie; opgave; opschrijving; opstel; periodiek; proces verbaal; rapport; rapportage; referaat; relaas; reportage; scriptie; tijding; tijdschrift; tijdspiegel; uitspraak; verhaal; verklaring; vermelding; verslag; verwittiging; weekblad; weergave
statement overzicht; rekeningoverzicht aangifte; aantekening; bankafschrift; bekendmaking; bericht; bevestiging; beweren; bewering; boodschap; constatering; declaratie; financieel overzicht; frase; gewag; gezegde; instructie; kwestie; lijst; mededeling; melding; meningsuiting; noot; notitie; opgaaf; opgave; opheldering; opnoeming; opschrijving; opsomming; probleem; proces verbaal; rapport; rekeningoverzicht; relaas; staat; statement; stelling; tijding; toelichting; uitdrukking; uitlating; uitlegging; uitspraak; vaststelling; verklaring; vermelding; verwittiging; vraagstuk; zegswijze; zin; zwaarte
survey het overzien; overzicht; totaalbeeld enquête; kartering; ondervraging; overzichtelijkheid; rapport; reportage; verhaal; verslag; weergave
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
list boeken; een lijst maken; erbij zeggen; noemen; noteren; opnemen in een lijst; opnoemen; opschrijven; opsommen; optekenen; registreren; vastleggen; vermelden
outline afbakenen; afpalen; afschilderen; afzetten; begrenzen; bepalen; beschrijven; definiëren; kort weergeven; omlijnen; omschrijven; samenvatten; schetsen
record aantekenen; boeken; boekstaven; inspreken; noteren; onthouden; op schrift stellen; opnemen; opschrijven; opslaan; optekenen; registreren; te boek stellen; vastleggen
report berichten; beschrijven; iets melden; informeren; klikken; mededelen; meedelen; melden; rapporteren; uiteenzetten; verhaal vertellen; verhalen; verklappen; verslag uitbrengen; vertellen; zeggen
survey controleren; examineren; in kaart brengen; inschrijven; inspecteren; kadastreren; karteren; keuren; overzien; schouwen

Verwandte Wörter für "overzicht":

  • overzichten

Wiktionary Übersetzungen für overzicht:

overzicht
noun
  1. magazine of abridged articles
  2. compilation of statutes or decisions analytically arranged
  3. brief summary, as of a book or a presentation
  4. condensed presentation
  5. mental image

Cross Translation:
FromToVia
overzicht abridged; digest; synopsis; summary; overview; abstract; resume abrégé — Écrit ou discours dans lequel on rendre d’une manière succincte ce qui est ou ce qui pouvoir être plus développer.